donderdag 8 maart 2018

Dag 22 (het laatste stukje), 23, 24 en 25: Van Willem-Alexander naar Br. Everardus en "wil je niet langer blijven?"


Er zijn al weer enkele dagen verstreken sinds mijn laatste blog. Het voelt as een week, maar het is krap aan een halve. Maar oké. Ik was blijven hangen bij het feit dat ik "les" mocht gaan geven in het noviciaat als antwoord op mijn vraag of er iets voor mij te doen was. Nog iets later kwam de vicaris - fr. Samson - langs (de gardiaan (fr. Charles) is op vakantie en komt zondag thuis) dat hij wel even ging kijken: misschien in de keuken, misschien de tuin. Nou weet iedereen die mij een beetje kent dat dat laatste niet mijn hobby is... maar ik dacht, nou ja... voor een weekje. De vicaris is helaas nog aan het zoeken. Ze hebben al moeite genoeg klussen voor de novicen te verzinnen. Nou ja, mijn dagen zijn verre van saai hier, dus als het niet lukt, dan niet. Ik ben in ieder geval meteen gestart te verzinnen wat ik de novicen wilde vertellen (daarover meer bij morgen).

Die middag vroegen de novicen of ik meeging basketballen. O ja, sport en ik. Mijn andere grote hobby naast tuinieren... niet dus. Maar, vooruit met de geit. Even wat beweging is goed. Wat overigens niet handig was: ze hadden me niet gezegd wie er in welk team zat. Maar vooruit. Ergens voelde ik me wel de Michael Jordan. Qua lengte dan... ik ben zoveel langer dan de novicen dat ik de bal veel eerder uit de lucht kon plukken. Hetzelfde gold voor Michael; maar die gebruikte zijn lichaam voor mij nèt te fanatiek al stormram... euh, Michael... vergeet niet dat jij als 38 jarige nu tegen 17 jarigen speelt??? Mijn team stond ontzettend achter, maar op eens was de wedstrijd over en hadden we gewonnen. Oké... Indiase spelregels??? Of ben ik gewoon een domme, blonde Hollander? 😉

Daarna gingen we (naar me even opgefrist te hebben) zoals afgesproken naar de boer, fr. Gerry, br. Michael en ik.  Laat ik het zo zeggen Stanley (zoals hij heet) heeft prima geboerd. Wat een prachtig huis! Zijn vrouw had wat lekkere hapjes gemaakt. Nou ja, "wat"... een heleboel. Dus we hadden toch bijna een avondmaaltijd... daarvoor had Stanley ons eigenlijk willen uitnodigen, maar niet op dinsdag... dan moet hij naar de kerk: Antoniusdag... zelfs in deze St. Louisparish. Een andere dag was voor Gerry helaas weer niet mogelijk, want hij zou woensdag na het middageten naar het junioraatshuis gaan voor enkele dagen. Maar we hebben voor even gezellig gepraat. Nou ja, vooral Gerry en Stanley. Af en toe wilden ze wel wat weten van Michael of mij. Nou is mijn Engels verre van perfect, maar mijn antwoord kwam er gewoon vlot en goed uit. Michael heeft toch veel meer moeite met het Engels - hij is immers hier om het te leren - en voordat hij dan de vraag begrepen had en een antwoord geformuleerd had... Ik bedoel dat niet gemeen of zo, maar het belemmerd wel een beetje. Ik heb leuke en goede gesprekjes hier met de broeders (ook en vooral de novicen) maar telkens als Michael erbij is, gaat hun aandacht meer naar hem omdat dat meer tijd kost. En trouwens, de novicen nemen hem af en toe flink in de zeik, maar goed (daarover een voorbeeldje bij overmorgen).

Toen wij terug waren was één van de novicen bezig de lampen aan te doen. Hij kwam meteen op mij af voor een praatje. Op een gegeven moment stond hij bijna op een neer te springen van enthousiasme toen hij mij vroeg of ik wel wist hoe of hij heette. Eerlijk gezegd nee... ik heb een rijtje gezichten en een rijtje namen en van nauwelijks een van de novicen heb ik de naam gehoord. Mijn nee kon zijn enthousiasme niet drukken: 'bro. Peter - zo noemen ze me ook hier - ik ben bro. Peter' Aha! Dus dit is mijn naamgenoot! Leuk! Daarna was het tijd voor het avondgebed en de avondmaaltijd en dat is tevens het einde van de dag.

Dag 23 (woensdag): Van koning Willem-Alexander tot br. Everardus
Net als de dinsdag heb ik de woensdag grotendeels besteed aan het voorbereiden van mijn les. Want ja, dacht ik... ik heb de vraag meegekregen met hen in gesprek te gaan over "hoe het voor mij is als franciscaan in Nederland te leven...". En dat in een uurtje. Maar toen ik aangaf dat dat misschien wat kort was, werden de magisters alleen maar enthousiaster en zeiden dat ik de hele morgen (09:00 - 12:00 uur) kon pakken. Daarvan dacht ik dat het misschien het andere uiterste zou zijn, maar goed.

Ik had namelijk zomaar het sterke idee dat ze geen idee hebben van Nederland. Dus bedacht ik me, voordat we in gesprek kunnen moet ik over drie dingen vertellen: Nederland, Nederlandse franciscanen en mijzelf. In het klaslokaal had ik gezien dat er een beamer aanwezig was. Gelukkig! Ik kon dus iets laten zien. (Overigens staken mijn laptop en de beamer wat gek af tegen het verder simpel ingerichte klaslokaal.)

Het leslokaal (1)

Het leslokaal (2)
Ik heb een simpele presentatie in elkaar gedraaid. Met eerst wat info over mijzelf. Toen Nederland en ten slotte de franciscanen. Daarbij heb ik gebruik gemaakt van drie filmpjes: ééntje over Nederland, het filmpje voor onze provincie voor ons generaal kapittel van enkele jaren terug en het filmpje over de communiteit van Megen. Over die laatste twijfelde ik. Die is in het Nederlands en de automatische vertaling is niet geweldig... zo "denkt" de ondertiteling dat Theo zegt "ons leven heet vitamine" (in plaats van Vita Mixta) en zou ik zeggen "hoe minder je hebt, daardoor kun je de opening zijn voor de mensen en voor God" (in plaats van "des te opener kun jezelf stellen voor de mensen en voor God". Toen een van de novicen - ik geloof br. Jacob - maar vroeg wat we gingen doen en ik vertelde dat ik twijfelde over dit filmpje, wilde hij hem toch heel graag zien. Dus ook die kwam er in.

Hier trouwens de drie linkjes naar de filmpjes...


Over die eerste. Ik heb me suf gezocht naar een leuke, korte introductie op Nederland, maar dat was nog lastig... deze vond ik nog het minst erge, hoewel het beloofd over Nederland te gaan maar het wordt in eens wel heel Amsterdams. Nou ja. Die laatste twee zijn aanmerkelijk beter... met heel veel dank dus nogmaals aan Emy Jansons!

India ten opzichte van Europa...
Het is uiteindelijk een presentatie geworden waarin koning Willem-Alexander langs kwam, maar ook br. Everardus, de huidige broeders van Megen, premier Rutte, koningin Máxima natuurlijk (we hebben een katholieke koningin!!), ikzelf, de provinciaal... etc. etc.. en wat feitjes en cijfers. Ik vond ook nog een mooi kaartje van India dat ze op ware grootte op Europa hadden geplakt. De wereldkaart zien we namelijk doorgaans in 'Mercatorprojectie' waardoor we de gebieden rond de Noord- en Zuidpool flink oprekken, waardoor de gebieden rond de evenaar in eens heel klein lijken.
Nou ja, het werd een erg divers verhaal dus en dat allemaal in een driekwartier...

Daarmee was de dag zo weer om. Br. Felix (of was het nou Pradeep of Anthony???), in ieder geval een novice en één van drie gastenbroeders - sprak me aan: of ik nog wat nodig had... (nee) of ik het nog maar mijn zin had. Zeker wel! Ik vertelde - en dat is ook echt zo - dat ik vanaf het eerste moment hier dacht... wauw, wat een fijne plek; hier zou ik wel kunnen wonden. Waarop direct zijn antwoord was "o, je mag wel veel langer blijven, hoor!"  Ik geloof niet dat jullie daar in Nederland blij van zouden worden :-D.

Daarna kwam het avondgebed, avondeten... overigens heeft de refter hier een traditionele opstelling: één tafel langs de achterwand en aan beide lange kanten (nou ja, 't is maar een kleine refter) ook een tafel. De magisters en de gasten zitten aan de achtertafel en novicen aan de beide andere tafels. Ik krijg er elke keer een Harry Potter gevoel van. Ik heb zo ongeveer een vaste plek, waardoor ik - voor de Harry Potterkenners onder ons - zo ongeveer de plekken (we zijn met minder) de plekken van Hagrid, Trelawney (Zwamdrift) en Snape (Sneep) heb. Ik voel me af en toe wel een beetje een combinatie van dit trio hier 😉.

Dag 24 (donderdag): Back in the habit
Deze ochtend was het zover: mijn les. Maar eerst hadden we nog de mis waarin fr. Charles voor ging en hij in zijn preek echt in gesprek ging met de novicen en de aspiranten (of ze de duivel wel eens hadden gezien? - Nee dus. "Wacht maar tot je les hebt van mij", fluisterde ik de novicen zachtjes toe. Lachen natuurlijk - wat ze sowieso al deden in deze viering. En er was aandacht voor Internationale Vrouwendag. Sommige van jullie hebben mijn bericht (naar aanleiding van de vraag van Facebook) erover wel gezien (enne... ik weet hoe gevaarlijk dit bericht is, want je vergeet altijd mensen te noemen die je wel moet noemen; tot 'verdrietig' reacties aan toe... ik denk dat je wel weet dat ik jou bedoel... sorry! Je hoort inderdaad wel heel degelijk en met hoofdletters in het rijtje thuis, hoor [...]!!! Ik geloof dat Clara mij meteen geholpen heeft vandaag, maar dat komt zo.

Maar toen dus mijn les. Ik had inmiddels begrepen dat ook Jan ter Maat een les had gegeven, maar dat die les vooral ging over de vorming van de broeders in Nederland. Tja, daar stond ik dan weer terug in mijn oude rol... als leraar. Back in the habit... al heb ik mijn habit (pij) er niet speciaal voor aangetrokken - ik had hem al aan en nog steeds trouwens - zoals Sr. Mary Clarence/Whoopi Goldberg.

Ruim op tijd waren tien van de twaalf aanwezig. Of dertien, want Michael zou ook komen. Toen was het een doodnormale klas... lol trappen, kletsen. Maar... vanaf het moment dat ik begon: keurig met de aandacht erbij, aantekeningen makend, goede vragen stellend. Wauw!

Na een korte introductie op mijzelf - waarbij ik ook een foto van mijn ouders en mijn broer heb laten zien - en de opmerking dat ze mij alles mochten vragen en dat er geen "domme" antwoorden waren op vragen die ik stelde, stelde ik de eerste vraag: wat weten ze van Nederland? (Daarbij zei ik dat ze alles mochten roepen, niet dat iets fout is - ja, oké als ze zouden zegen dat New Delhi de hoofdstad van Nederland was... waarop e hard moesten lachen. Met wat hulp kwam er wel wat op het bord te staan. "onze moederprovincie", "Amsterdam" (tja, die had ik al genoemd...), voetbal, Europa... Dat was eigenlijk al meer dan ik verwacht had!

Op het kaartje van Europa van vroeg of ze nu het goede land konden aanwijzen. Poging één (van Michael, die op de wereldkaart achter zich keek): Polen (Poland; die verwarring Holland - Poland is niet nieuw). Daarna begonnen de novicen: Litouwen, Letland, Kaliningrad (het stukje Rusland bij Polen. Toen "greep" één van de twee oudste novicen in (er zijn er twee wat ouder, die hebben al gestudeerd): "ja, euh, boven België." Waarop mijn antwoord was: "En waar ligt België dan?" "Boven Frankrijk" "En waar ligt Frankrijk? Hier?" (Ik wees expres Spanje aan). Nou ja, na een 'hoger', 'hoger', 'hoger' kwamen we in Nederland. Ik vergelijk daarna Nederland met de Indiase deelstaat Haryana (één van de kleintjes, maar qua oppervlak het dichtst bij Nederland - al is het nog 4000 km2 groter!)

Deze foto kon natuurlijk niet ontbreken...
Daarna heb ik heel leuk kunnen vertellen over Nederland en de filmpjes kunnen laten zien. Ze vonden het heel interessant. Daarna ben ik voor hen gaan zitten en de vragen laten komen. Nou, nou. Dat waren vragen van niveau: "wat betekent 'arm zijn' in Nederland?", "mogen jullie je gang gaan of hebben jullie tegenwerking van de overheid", "waarom is er (mijn correctie: was er lang geleden) oorlog tussen protestanten en katholieken?", "Hoe is de relatie nu dan?"

Omdat ik dacht dat ik al vreselijk over de tijd heen was, sloot ik de les af. Wat nogal dubbele gevoelens bij de novicen gaf: lekker een half uurtje vrij, maar ook jammer want ze hadden nog wel door willen gaan. Nou, daarmee was mijn missie wel geslaagd.

Overigens was mijn laatste vraag... "Nederland is nog op zoek naar Indiase broeders. Wie wil er mee?" Ja, daar voelde een aantal wel wat voor!

Met br. Andrew (één van de oudere novicen) heb ik daarna nog een tijdje nagepraat. Hij had nog meer vragen. Waarom er bij ons broeders waren die kookten en de was deden? En vooral dat laatste: de vorige provinciaal, de huidige secretaris van vorming en studie doe die da was???? Maar ook hele andersoortige vragen: wat ik van de Regel van Franciscus vond, hoe het klooster in Megen eruit zag (euhm, dat heb je net 10 minuten lang gezien 😜 en wat ik van India en het klooster van Palmaner vond. En op eens kwam de vraag: "wat is het belangrijkste advies dat je mij/ons wil meegeven?" Nu 1/2 seconde 'o jee, wat moet ik hier nou op zeggen', stuurde Clara haar antwoord omlaag - dat moest haast wel, want het schoot me zo snel te binnen... De tekst uit haar (derde?) brief aan Agnes van Praag (maar niet helemaal letterlijk): "kijk steeds terug naar je begin!" Er zullen momenten zijn dat je het moeilijk hebt, dat blijft, maar kijk steeds terug naar je begin: waarom wilde ik dit leven ook al weer!" Zijn gezicht klaarde een heel stuk op. Ten eerste om mijn (zijn woorden, ik schuif deze eer volledig door naar Clara) mooie advies, maar vooral ook het feit dat ik Clara citeerde: een franciscaanse bron. Ik vroeg hem daarna ook wat zijn reden was om in te treden en wat hij in de orde wilde doen. Hij wil graag zich wetenschappelijk verdiepen in de franciscaanse spiritualiteit en daarin onderzoek doen. Kijk eens aan, dacht ik, een Theo Zweerman in de dop! Dat verklaarde ook waarom hij zou enthousiast reageerde: een franciscaans antwoord en (zei hij) de jongere novicen zoeken nog wel eens zijn steun. En hij geeft ze heel vaak dit als antwoord! Hij was dus heel blij met mijn bevestiging van zijn antwoord.

Nog twee dingetjes over Clara... het valt me op hoe zeer ze hier náást Franciscus wordt gezet: heel veel beden zijn "dat wij net als onze vader Franciscus en onze moeder Clara..." én ze wordt hier gevierd als hoogfeest (het hoogfeest van onze moeder Clara). Zo zou het bij ons ook moeten zijn, vind ik.
 

Prof. Trelawney/Zwamdrift
Na het middaggebed en het middageten (waarbij ik de karnemelk aanzag voor yoghurt en op mijn bord deed - oké, ik ben definitief prof. Trelawney/Zwamdrift) en de middagrust gingen we wandelen (de novicen, Michael en ik).

Tja, dat hier de stroom soms uitvalt verbaasd me niet...

Uit wandelen....
Hier woont br. Peters opa dus... niet!

De winkel waar ik mijn kabel kocht...

In de bieb... interessant hoor, een krant in Telagu :-)

De oudste tempel....

De oudste moskee...

Br. Marianus... het H. Bruurke van Palmaner...
Dat ging in twee groepen en (sorry hoor! Hij is ontzettend aardig, daar niet van) ik zat bij Michael in de groep en ja... veel gesprek heb je dan niet. Hooguit novicen die je in de maling nemen (hem dan). Zo liepen we langs een kast van een huis "hier woont m'n opa", aldus br. Wilson. Michael trapt daar natuurlijk in...

We gingen langs de parochiekerk (St. Louis - het terrein en de mogelijkheid een parochie te stichtten is de broeders in de jaren '50 verleend door de aartsbisschop van Madras-Myrapole: mgr. Louis. Vandaar dat Koning Lodewijk de negende de patroon is - want natuurlijk heel toevallig - is dat een franciscaanse heilige). Die is wel van de broeders, maar ligt meer in het stadje. Nu begreep ik waarom ik een van de broeders, fr. Chinna - wiens naam ik op de postvakjes had gezien - nog niet had gezien en enkele broeders slechts sporadisch. Chinna is de pastoor en woont - net als de broeders die geen magister, gardiaan of vicaris zijns - op de pastorie. Aha. Helaas was Chinna net aan het emmeren (ja, hoe moet ik dat noemen: je kan niet zeggen douchen of een bad nemen...), dus zagen we hem niet. Maar Charles was er en de huishoudster en die ontvingen ons vriendelijk met zoutjes. De novicen aten alsof ze in geen weken wat gehad hadden. Ik moest daar om lachen. Maar toen kwam de verklaring: ze mogen geen zoutjes of koekjes eten want het is vastentijd... en nu werden ze in eens van "ondeugende" fr. Charles overspoeld met zoutjes. Ik heb plechtig beloofd niks te zeggen (dus Sekar, niet stiekem de novicemeester bellen, nou hè 😜).

Daarna zijn even langs een winkel gegaan. Ik moest namelijk een nieuw kabeltje hebben voor mijn telefoon: de oude was (met een val van mijn telefoon - dus ik heb nog geluk gehad) kapot gegaan en nou laadde mijn telefoon niet meer op. Ik was al bang dat in dit "hele kleine stadje" (zoals de broeders zeggen) van ruim 50.000 inwoners daar niet aan te komen was. Maar jawel... er waren twee opties de "dure" en de "goedkope" winkel. Omdat we voor die eerste stonden koos ik gewoon daarvoor. Tot grote verbazing van de novicen... "als het te duur is, gaan we gewoon naar die andere!" Het kabeltje kostte 150 rupees - €1,85. De novicen vonden dat duur. En ja, dat zal het voor Indiase begrippen ook wel zijn. Dus ik kocht hem wel een beetje met een dubbel gevoel... ik kom hier even de rijke Europeaan uithangen...

Daarna hebben we nog de markt bezocht, kwamen langs de oudste hindoetempel en de oudste moskee van de stad en daarna bezochten we de bibliotheek. Voor het eerst van mijn leven een openbare bibliotheek bezocht waar je je schoenen moet uittrekken. Ik zag me voor me dat dit in Nederland zou moeten :-D. Tot veel plezier van br. Peter pakte ik een lokale krant in het Telugu en bladerde er door: zijn naamgenoot "leest" de krant in mijn moedertaal! Dat moest op de foto. Daarna liepen we weer terug naar het klooster. Een mooie wandeling. Onderweg hadden de broeders nog wat vragen over Nederland. Hoelang zouden wij erover doen de pastorie te bouwen (een betonklomp met een etage en een dakterras). Na even schatten zei ik: "een maand, anderhalve maand maximaal". Dat is echt belachelijk snel voor hen.

Vlakbij de ingang van het klooster hangt een wereldkaart. De novicen wilde eens checken of Michael Nederland nog kon aanwezen. En weer... wees hij naar Polen. Nee! Ze stonden te dringen om Nederland aan te wijzen voor hem. Waarop Michael zich omdraaide... dus jij komt niet uit Polen? Nope. Hij kwam terug op ons allereerste gesprek WK Voetbal 2002 in Zuid-Korea. We hadden volledig langs elkaar heen gepraat: Michael had over een Poolse keeper gesproken en ik had echt gedacht dat hij het over Guus Hiddink had... die toen Zuid-Korea's trainer was...

Na het avondgebed bleek dat de magisters en de novicen gescheiden eten op donderdag "omdat het eten dan voor ons uitgebreider is". De novicen in de refter en wij in de recreatiekamer. En inderdaad: er was soep. Het was me al opgevallen dat er vaker verschil in het eten zat (zij rijst, wij chipati's (wraps)). Ik houd niet van zulke dingen, maar oké... Ondertussen wilde ze wel eens weten wat het gemiddelde salaris van bepaalde beroepen. Zelfs als basisschooljuf zou je hier tot de superrijken behoren met zo een salaris. Waarop ik wel terug zei dat de prijzen ook wel een keer of 8 hoger liggen in Nederland (op de weg naar Palmaner hadden we vier kopjes thee voor 50 rupees (€0,65); zie ook het kabeltje). Waarop het antwoord was: "zie je wel! Dubbel geluk... als Indiërs naar Nederland komen is alles onbetaalbaar duur en als Nederlanders naar India komen is alles spotgoedkoop." Euh ja. Daar kon ik niks op zeggen. Daarna volgt een recreatie, maar de broeders zagen dat ik moe was (het was net 20:30 uur) en stuurde mij naar bed. Gelukkig. Het was een volle, vermoeiende, maar geslaagde dag.

Dag 25 (vrijdag): een start.
Inmiddels is het dag 25. Daarover kan ik niet nog veel zeggen. Tot nog toe (12:00 uur) heb ik alleen nog maar aan mijn blog gewerkt en bij de koffie over de provincie gesproken. 

De broeders zijn er van overtuigd dat hun eenvoudige levensstijl (zoals geen privé-, maar gezamenlijk gebruikte doucheruimtes - de gastenkamers nu uitgezonderd) als broeders te danken is aan de Nederlanders. Als er Duitsers, Fransen, Amerikanen of Italianen waren gekomen, dan zag hun leven er vast anders uit. Ze kijken daarbij bijvoorbeeld naar de conventuelen. Die kwamen vanuit Amerika en bouwden huizen met zwembad! Voor hen normaal, maar de Indiërs spraken er schande van. Het werkte dan ook niet. Nee, de Indiërs zijn trots op hun moederprovincie (en wij op onze dochter!)

Wel is het minder rozengeur en maneschijn dan het lijkt, qua intreden. Van de 100 aspiranten worden er misschien maar 5 echt broeder. En dat er nu 12 novicen zijn, is ook geen garantie. Ik snap het wel, ze zijn allemaal zoveel jonger (zeker de jongste aspiranten, die zijn 15 jaar). Dan ben je echt nog niet in staat een echte keuze te maken. Dat klopt, zeiden ze. Maar vele aspiranten komen ook omdat ze weten dat ze een goede opleiding krijgen, maar willen helemaal geen broeder worden. Op zich pikken ze die er wel gauw tussen uit (andere leefstijl, totaal geen motivatie om de gemeenschappelijke taal te leren; hoewel dat laatst ook wel voor enkelen geld die wèl broeder willen worden - die willen goed werk doen in hun eigen taalgebied. Op zich prima, maar ja, een gemeenschappelijk taal in een provincie is wel een must - en trouwens... in een wereldwijde orde al helemaal...) Het is wel een probleem voor de provincie: de vorming kost eigenlijk te veel. En in deze regio, waar de weinige katholieken (die wonen vooral in de grote steden) eerder tot de armere bewoners behoren, kunnen de mensen niet financieel helpen; ze hebben juist hulp nodig...

Het enige verdere is - en daar ben ik blij om - mijn "les" van gisteren heeft het ijs met de novicen definitief gebroken... met dat aan andere tafels eten en zij les, ik vrij was er toch een soort verlegenheid bij de meeste gebleven. Die is nu weg en daar ben ik erg blij om. In mijn volgende blog komt er vast meer over deze vrijdag en het komende weekend!

Mijn teksten blijven maar groeien, maar ik begrijp uit jullie reacties dat jullie dat niet erg vinden. Gelukkig maar!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten