De enige vraag die over dag 28 (maandag) nog "in de
lucht" hing, was de vraag wat we, de novicen, Michael, Dominik en ik,
zouden doen: basketbal of volleybal. Het werd dat laatste. En ik moet zeggen,
het ging me al weer beter af dan op zaterdag. Dominik werd ook overgehaald mee
te doen (maar die was, buiten een goede opslag, net zo slecht als ik). Michael
houdt niet van volleybal en wachtte liever tot de aspiranten sporttijd hadden,
die wisselen namelijk met de novicen: de ene groep basketbal, de andere groep
volleybal en omgekeerd. Ik had een paar (en dat is dus twee) mooie reddingen
bij het volleyballen, maar ook één keer dat de bal recht voor me terecht kwam
en dat ik alleen maar dacht "hé, de bal. Oeps." Nou ja, het gaat om
de lol, zeiden de novicen terecht.
Die avond in bed nam ik me voor de volgende dag, mijn
laatste, alles nog goed in mij op te nemen.
Dag 29 (dinsdag)
afscheid nemen is gewoon niet leuk...
De kapel (aan de novicen links kun je zien hoe hoog de ambo is) |
Een prachtig, maar eenvoudige versiering... |
En hier nog zo'n mooie versiering. |
Het "Eucharistievenster" |
Het "Franciscusvenster" |
De volgende ochtend nam ik bewust mijn fototoestel mee naar
de kapel om er na de mis wat foto's te maken. Ik vind de eenvoudig ingerichte
kapel namelijk erg mooi! Helaas blies br. Wilson, de koster van deze maand, de olielampjes
nèt te vroeg uit..., maar verder. Ik vind het mooi dat ze gekleurd glas
gebruikt hebben om "heel simpel" een kelk en een hostie weer te geven
en de ramen... helaas is het op de foto's niet duidelijk te zien, maar de
afbeelding die op de ramen te zien zijn, zitten niet op of in het (groene)
glas. Zoals zoveel ramen hier in India zijn de ramen voorzien van tralies. Hier
zijn ze er 'kunstzinnig' mee omgegaan. Dus of het raam nu open of dicht is, de
afbeelding is zichtbaar. Zo is er een raam waarop een biddende dame (Clara of
Maria?) te zien is, een venster met Franciscus en een venster met handen die
reiken naar een gebroken hostie. De smalle onderramen en het smallere linkervensyer is steeds versiert met wierrookwolken uit een wierrookhouder. Prachtig!
De kerk heeft één klein nadeel -
aldus de broeders zelf: de ambo voor de lezingen en de overwegingen is erg hoog
en alles er om heen is van steen... er is al een keer (een paar jaar terug) een
novice afgevallen met verschillende botbreuken tot gevolg...
Overigens de novicen (en Michael, Dominik en ik) zitten
(zater :-( ) op de banken die links en rechts van het altaar staan, de
aspiranten en enkele kerkbezoekers zitten in de banken in het schip. De eeuwiggeprofeste
leden van de communiteit zitten verspreid; de ene zit altijd tussen de novicen,
de tweede zit altijd in de kerk en derde wisselt steeds.
De hele dag door kwamen er novicen langs om mij en Michael
over te halen langer te blijven. Oh, jongens, met alle liefde... maar dat gaat
echt niet...! Deze mooie plek verlaten vond ik al moeilijk, maar met al deze
smekende gezichten. Helaas liep de noviciaatsles uit en daardoor was er geen
middaggebed. Jammer! Je hebt altijd van die momentjes op de laatste dag, dat je denkt... oké, dan was gister dus de laatste keer.
Maar na de lunch, de rustijd en de lezingendienst, tijdens
het thee drinken dus, begonnen ze meteen weer: "Als ik wilde, mocht ik
toch echt langer blijven!" Ik zei: "ik neem jullie allemaal mee naar
Nederland, net als de broedersstudenten in Bengaluru" Nou, dat wilden ze
wel... Waarop ik zei: "van harte welkom... maar als ik jullie allemaal
meeneem... is de hele toekomst van de Indiase provincie weg." Daarna
maakte ik het grapje dat ik vanavond een feestje wilde. Dat leek ze een
fantastisch idee.
Daarna was het weer sporttijd: basketbal dit keer. Nu was
het deze dag iets koeler in Palmaner. Er hing een depressie boven de
zuidwestkust (Kerala) en daar merk je in de oostelijke helft van het zuiden van
dat het bewolkt is en dus wat koeler. Ze hebben zich suf gebeden om het
wondertje te laten plaatsvinden dat het ook in Palmaner zou gaan regenen (dat
kan in maart-juni wel, maar is zeer zeldzaam), maar dat is tot op heden nog
niet gebeurd. Enfin, het was dus iets koeler, dus ik voelde ook iets meer
energie en daardoor werd mijn spel ook wat beter: ik verdedigde 'mijn mannetje'
goed, blockte enkele aanvallen en... ik heb warempel gescoord! Teamgenoot br.
Niranjan miste namelijk op een haar en aangezien ik veruit de langste ben...
had ik de bal zovast en door mijzelf uit te strekken was het nog geen halve
meter tot de basket en plop... netjes er door heen. Daarna werd ik pas echt
fanatiek.... dus teamgenoten prijzen, tegenstanders prijzen als ze niet scoorden... Helaas verloor mijn
team toch nipt, dus moesten we de tweede wedstrijd aan de kant zitten... aan de
andere kant, gutste het zweet van mij af, dus het was misschien maar beter zo.
Na het basketballen (en het opfrissen) was het tijd voor de
rozenkransgebed. Dit keer sloten ze af met ... het Marialied uit de film Sister Act, oké toegegeven: de melodie
was dezelfde, de woorden voor 95%, maar het was wel minder swingend. En toch...
Dominik en ik konden nauwelijks ons lachen inhouden. Ik heb nooit geweten dat
dit een bestaand lied was... de bundel die ze er voor gebruikte was namelijk
ouder dan de film... Regelmatig tijdens het zingen (al in Bengaluru) moest ik
denken aan Little House on the Priarie,
waar menig aflevering zingend in de kerk eindigde... maar nu had ik hele andere
associaties... 😜
Bij het avondeten maakte de gardiaan officieel bekend dat
dit onze laatste avond was en hij sprak mooie, bemoedigende woorden. Ik vroeg
hem of ik nog een groepsfoto met de novicen mocht maken. Natuurlijk, maar op
zijn aanraden zouden we het morgenochtend in de binnentuin doen. Na het
avondeten kwam ik in de pandgang de drie hondjes tegen... ze herkende me en dus
kon ik afscheid van hen nemen: "Ja, jullie zal ik ook missen".
"Neem ze maar mee!", riepen een paar novicen. "Nee", zei
ik: "dan wordt er hier iemand of heel verdrietig of heel boos." Ze
zijn namelijk van de vicaris, br. Samson. Ik wist niet (en de novicen ook niet)
dat hij dit kon horen, maar met een enorme grijns ("je hebt helemaal
gelijk") liep hij net de recreatie uit.
Daarna ging ik naar mijn kamer met de intentie mijn laatste
spulletjes in te pakken en op tijd naar bed te gaan. Maar toen klopte br. Peter
op de deur: "we mogen een extra recreatie houden van onze novicenmeester! Voor
het afscheid van Michael en jou... kom je mee?" Tja, daarop kon en wilde
ik natuurlijk geen nee zeggen. Michael ook niet. Dominik wel, die ging naar
bed.
De recreatie was boven op het dakterras van het "nieuwe
gedeelte" (waar de magisters wonen). Daar stond een aangenaam windje. En
sowieso, het was natuurlijk al lang en breed donker, dus het was er heerlijk.
We zaten gewoon op grote matten op de grond. We gingen het kaartspel ezelen
('donkey') doen... dat is dus internationaler dan ik dacht.
Het spelletje liep niet heel lekker, dus we hielden het gauw
voor gezien. Of ik een liedje wilde zingen. In het Duits (rest van de novicen
in koor: "Nederlands!!"), maar ik was al spontaan begonnen met
"Marmor, Stein und Eisen bricht". Met applaus tot gevolg. Maar toen
moest ik toch echt in het Nederlands zingen. Euhm, wat doen. Ik maakte het grapje
dat ik het volkslied wel zou zingen. Daar kwam ik toen niet meer onderuit, dus
het eerste couplet van het Wilhelmus (kon ik gelijk even vertellen wie Willem
van Oranje was...) zong ik zo weg. Er volgde weer applaus. Toen moest Michael
in het Koreaans zingen. Dat werd ubi
caritas uit Taizé. Weer applaus. Ik zei dat ik dat ook in het Nederlands
kende. Dus ook dat gezongen. Ze vroegen naar de betekenis, die ik uitlegde
(nadat Michael dat al geprobeerd had, maar die kwam er niet uit) en zei dat er
ook een versie in het Latijn was. Ook die gezongen... nu begonnen er spontaan
een paar mee te zingen. Als laatste zette ik toen het Zonnelied in de versie van
br. Richard van Grinsven ofmcap in, zonder te zeggen wat het was. Br. Anthony -
de muzikaalste; hij geeft niet voor niets de zangles - zei: "maar dat, dat
is... het zonnelied!" Nou wist ik dat de versie van br. Richard over de
hele wereld was gegaan... blijkbaar dus ook naar India. Ik zong het nog een
keer: Geprezen o Heer en geloofd en gedankt, /om de schepselen die u dienen
/Laudate e benedicete mi Signore, laudate! en vanaf de Italiaanse woorden vielen allen - ook Michael; dus ook in
Korea is het bekend) vielen allen in. Wauw! Dat was mooi!
Daarna vroeg
Michael of de novicen nu een lied wilden zingen. "Uit een film", riep
één van hen. Daarop schoot ik in de lach en zei: "dat hebben jullie
vanmiddag al gedaan". Ze keken me allemaal wat glazig aan. Michael als
eerste, die was niet bij de rozenkrans geweest en dus probeerde ik het kort uit
te leggen: rozenkrans - lied - film Sister Act. En meteen riepen ze allemaal
"Já, Sister Act!!!", Die film kenden ze allemaal...
Tot slot spraken we
nog even over de verschillende noviciaten. Of we moeten hem verkeerd begrepen
hebben (en dat hoop ik eigenlijk van harte!), maar het Koreaanse noviciaat moet
echt het zwaarste zijn. Eén keer een fout maken tijdens het getijdengebed of de
lezing in de Mis? EInde noviciaat. Zo is Michael zijn 8 medebroeders-in-vorming
allemaal verloren. De novicen en ik keken elkaar aan... als onze noviciaten zó
streng waren, dan hadden we er allemaal niet meer geweest. Nee, de
"ergste" straf die ze in India konden krijgen is strafregels
schrijven (doorgaans teksten van Franciscus twee keer overpennen). Ik moest
daarom lachen... ik zag br. Martin Lütticke ons al zo een straf opleggen. Ik
ben bang dat we niet meer bij waren gekomen van het lachen..., maar oké... wij
waren dan ook gemiddeld twaalf jaar
ouder dan hen. Ondertussen hebben we wat chocolaatjes en snacks die we van de
novicenmeester gekregen hadden opgepeuzeld. Stipt om 22:00 uur was het
afgelopen en zocht ik mijn kamer op, pakte de laatste spullen in en zocht
daarna gauw mijn bed op.
Dag 30 (woensdag) Het meest broederlijke
afscheid dat je je kan wensen en dan... back to Bengaluru
Na het ochtendgebed en de mis was het tijd voor de
groepsfoto. Maar voordat die gemaakt kon worden hebben de novicen nog een
prachtig zegenlied voor ons gezongen. Br. Anthony had een prachtig gedicht voor
mij geschreven (en een voor Michael), waarin hij precies verwoorde dat wat ik
in de les had willen zeggen én dat wat er gebeurd was: we waren eerst volslagen
vreemden, maar nu dierbare broeders geworden. Omdat het namens de groep was,
liet hij anderen ze overhandigen (maar nam wel zelf het woord). Niet toevallig
kreeg ik mijn gedicht van br. Joseph: lekenbroeders onder elkaar. Na de foto
heb ik ze één voor één omhelst en hen het allerbeste gewenst. Oh, wat ga ik
deze mooie plek missen, maar vooral deze groep geweldigde broeders. Wat is het
toch jammer dat ze tijdens het noviciaat geen internet mogen gebruiken... geen
Facebook dus. Ja, wat wil ik hen graag nog een keer terug zien. Deze geweldige
groep broeders... allemaal net een stukje jonger dan ik (5 tot 10 jaar). Of ik
voor ze wil bidden! Natuurlijk! Natuurlijk!
De groepsfoto met de novicen. Wat ga ik hen missen... |
Na het ontbijt heb ik mijn kamer opgeruimd.
Om 08:00 uur zouden we vertrekken, het werd wat later, want. fr. Thomas was wat
verlaat. De tuktuk reed al voor. Bijna de hele communiteit (de gardiaan, de
vicaris, br. Gerry, alle novicen) en enkele aspiranten stonden al klaar. Net
als de bedelende dame die me eerder de oren van het hoofd had gekletst in het
Tamil. Ze stond tussen de broeders als of ze er bij hoorde. Blijkbaar hoort te
bij het meubilair..., zouden we in Megen zeggen. Toen Thomas kwam en alles in
die tuktuk gepropt was (inclusief Michael, Thomas en ik) reden we weg. Flink
nagezwaaid door allen (ook het dametje, die zwaaide nog het hardst) en
tuk-tuk-tuk-tuk, weg waren we. Oh, wat ga ik deze plek missen.
10 minuten later waren we bij de bushalte (langs de
hoofdweg). Helaas had onze bus "iets" vertraging (bijna een uur...).
Er kwamen flink was bussen naar Bengaluru langs, maar die zouden overal stoppen
en er dus nog veel langer over doen. Ik kreeg langzamerhand stalbenen met die
zware tas op mijn rug. Op een gegeven moment dacht ik, ik doe hem toch af...
Had ik eerder moeten doen: hij stond nog heen drie minuten of de grond of
Thomas riep "vlug, maak je klaar, daar is onze bus!" Het bleek een
soort touringcar te zijn. Zonder airco. Gelukkig wel Arko (Alle Ramen Kunnen
Open) en omdat het ook vandaag wat bewolkt is, prima te doen. Ik maakte mij op
voor de reis van 5 uur, zoals voorspeld was. Het viel mee. Onze snelle bus stopte
onderweg slechts één keer en met 3,5 uur waren we in Bengaluru. We zaten wat
verspreid over de bus, dus ik heb me vermaakt met mijn mp3-speler. Voor het eerst
in een maand hoorde ik mijn "eigen keuze" aan muziek.
In Bengaluru stapten we uit (we waren de laatsten in de
bus... misschien is hij toch vaker gestopt, maar ben ik in slaap gevallen?) en
Thomas hield de eerste de beste tuktuk aan. Na wat gesoebat over de prijs,
stapten we in. Deze bleek nog een stukje krapper te zijn, dus met de tassen op
schoot, ik naar voren gebogen en de linkerarm van Michael en de rechterarm van
Thomas achter mij paste het net. Gelukkig was ook dit net een minuut of 10.
Aangekomen bij het klooster liepen we stomtoevallig meteen br. Salvador, de
gastenbroeder, tegen het lijf. Michael kreeg zijn kamer, ik had nog steeds mijn
oude. Ik wilde mijn sleutel gaan halen
in het provincialaat, maar kwam Sekar onder weg tegen. "Je sleutel steekt
al in de deur. Ik heb hem de broeders meegegeven." En inderdaad. Ze bleken
mijn kamer eventjes gepoetst te hebben, het bed verschoond en de handdoek
vervangen. Ik heb me even opgefrist (in die krappe tuktuk had ik het echt wel
warm gekregen) en richting de patersrefter gelopen. Daar scheen nog middageten
te zijn (het was inmiddels nl. al 14:00 uur). Ik kwam de ene na de andere broederstudent
tegen. Ze waren allemaal heel blij om me weer te zien. Maar br. Anand stond
echt letterlijk te springen van plezier. De afgelopen dagen hadden we dan ook
regelmatig contact via Messenger.
Na wat gegeten te hebben, heb ik wat gerust en wat was bij
elkaar gescharreld. Het was al theetijd. Ook nu weer een hartelijk welkom van
de broeders hier. Helaas was Michael me met de wasmachine net een slag voor,
dus moest ik even wachten. Tijdens de thee bespraken Sekar en Michael het
vervolg van zijn reis (volgende stop toch Chennai en niet Guwahati in het
noordoosten). Ik moet dus even wachten tot ik met Sekar kan overleggen.
Dus, met een inmiddels draaiende wasmachine, een goed moment
om aan mijn blog te beginnen. Met het intypen van mijn dagnummers, besef ik me
pas goed dat ik al weer op driekwart van mijn reis ben. Hopelijk kan ik nog
enkele dagen naar Peravoor. Ik hoop dat ik het weer (32 graden, regen) daar
volhoudt, maar we gaan er gewoon voor. Het einde van mijn reis nadert. Aan de
andere kant ben ik pas dertig dagen hier. Een maand dus. Als je had gezegd
"een half jaar", dan had ik het ook geloofd. Zoveel indrukken, zoveel
nieuwe ervaringen (zoals vandaag... tuktuk rijden!) en zoveel mooie en dierbare
ontmoetingen...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten