woensdag 14 maart 2018

Dag 28 (middag/avond), dag 29 en dag 30: afscheid nemen is niet leuk, maar wel gezellig...



 De enige vraag die over dag 28 (maandag) nog "in de lucht" hing, was de vraag wat we, de novicen, Michael, Dominik en ik, zouden doen: basketbal of volleybal. Het werd dat laatste. En ik moet zeggen, het ging me al weer beter af dan op zaterdag. Dominik werd ook overgehaald mee te doen (maar die was, buiten een goede opslag, net zo slecht als ik). Michael houdt niet van volleybal en wachtte liever tot de aspiranten sporttijd hadden, die wisselen namelijk met de novicen: de ene groep basketbal, de andere groep volleybal en omgekeerd. Ik had een paar (en dat is dus twee) mooie reddingen bij het volleyballen, maar ook één keer dat de bal recht voor me terecht kwam en dat ik alleen maar dacht "hé, de bal. Oeps." Nou ja, het gaat om de lol, zeiden de novicen terecht.

Die avond in bed nam ik me voor de volgende dag, mijn laatste, alles nog goed in mij op te nemen.

Dag 29 (dinsdag) afscheid nemen is gewoon niet leuk...
De kapel (aan de novicen links kun je zien hoe hoog de ambo is)

Een prachtig, maar eenvoudige versiering...

En hier nog zo'n mooie versiering.

Het "Eucharistievenster"

Het "Franciscusvenster"
De volgende ochtend nam ik bewust mijn fototoestel mee naar de kapel om er na de mis wat foto's te maken. Ik vind de eenvoudig ingerichte kapel namelijk erg mooi! Helaas blies br. Wilson, de koster van deze maand, de olielampjes nèt te vroeg uit..., maar verder. Ik vind het mooi dat ze gekleurd glas gebruikt hebben om "heel simpel" een kelk en een hostie weer te geven en de ramen... helaas is het op de foto's niet duidelijk te zien, maar de afbeelding die op de ramen te zien zijn, zitten niet op of in het (groene) glas. Zoals zoveel ramen hier in India zijn de ramen voorzien van tralies. Hier zijn ze er 'kunstzinnig' mee omgegaan. Dus of het raam nu open of dicht is, de afbeelding is zichtbaar. Zo is er een raam waarop een biddende dame (Clara of Maria?) te zien is, een venster met Franciscus en een venster met handen die reiken naar een gebroken hostie. De smalle onderramen en het smallere linkervensyer is steeds versiert met wierrookwolken uit een wierrookhouder. Prachtig! 

































De kerk heeft één klein nadeel - aldus de broeders zelf: de ambo voor de lezingen en de overwegingen is erg hoog en alles er om heen is van steen... er is al een keer (een paar jaar terug) een novice afgevallen met verschillende botbreuken tot gevolg...

Overigens de novicen (en Michael, Dominik en ik) zitten (zater :-( ) op de banken die links en rechts van het altaar staan, de aspiranten en enkele kerkbezoekers zitten in de banken in het schip. De eeuwiggeprofeste leden van de communiteit zitten verspreid; de ene zit altijd tussen de novicen, de tweede zit altijd in de kerk en derde wisselt steeds.

De hele dag door kwamen er novicen langs om mij en Michael over te halen langer te blijven. Oh, jongens, met alle liefde... maar dat gaat echt niet...! Deze mooie plek verlaten vond ik al moeilijk, maar met al deze smekende gezichten. Helaas liep de noviciaatsles uit en daardoor was er geen middaggebed. Jammer! Je hebt altijd van die momentjes op de laatste dag, dat je denkt... oké, dan was gister dus de laatste keer.

Maar na de lunch, de rustijd en de lezingendienst, tijdens het thee drinken dus, begonnen ze meteen weer: "Als ik wilde, mocht ik toch echt langer blijven!" Ik zei: "ik neem jullie allemaal mee naar Nederland, net als de broedersstudenten in Bengaluru" Nou, dat wilden ze wel... Waarop ik zei: "van harte welkom... maar als ik jullie allemaal meeneem... is de hele toekomst van de Indiase provincie weg." Daarna maakte ik het grapje dat ik vanavond een feestje wilde. Dat leek ze een fantastisch idee.

Daarna was het weer sporttijd: basketbal dit keer. Nu was het deze dag iets koeler in Palmaner. Er hing een depressie boven de zuidwestkust (Kerala) en daar merk je in de oostelijke helft van het zuiden van dat het bewolkt is en dus wat koeler. Ze hebben zich suf gebeden om het wondertje te laten plaatsvinden dat het ook in Palmaner zou gaan regenen (dat kan in maart-juni wel, maar is zeer zeldzaam), maar dat is tot op heden nog niet gebeurd. Enfin, het was dus iets koeler, dus ik voelde ook iets meer energie en daardoor werd mijn spel ook wat beter: ik verdedigde 'mijn mannetje' goed, blockte enkele aanvallen en... ik heb warempel gescoord! Teamgenoot br. Niranjan miste namelijk op een haar en aangezien ik veruit de langste ben... had ik de bal zovast en door mijzelf uit te strekken was het nog geen halve meter tot de basket en plop... netjes er door heen. Daarna werd ik pas echt fanatiek.... dus teamgenoten prijzen, tegenstanders prijzen als ze niet scoorden... Helaas verloor mijn team toch nipt, dus moesten we de tweede wedstrijd aan de kant zitten... aan de andere kant, gutste het zweet van mij af, dus het was misschien maar beter zo.

Na het basketballen (en het opfrissen) was het tijd voor de rozenkransgebed. Dit keer sloten ze af met ... het Marialied uit de film Sister Act, oké toegegeven: de melodie was dezelfde, de woorden voor 95%, maar het was wel minder swingend. En toch... Dominik en ik konden nauwelijks ons lachen inhouden. Ik heb nooit geweten dat dit een bestaand lied was... de bundel die ze er voor gebruikte was namelijk ouder dan de film... Regelmatig tijdens het zingen (al in Bengaluru) moest ik denken aan Little House on the Priarie, waar menig aflevering zingend in de kerk eindigde... maar nu had ik hele andere associaties... 😜

Bij het avondeten maakte de gardiaan officieel bekend dat dit onze laatste avond was en hij sprak mooie, bemoedigende woorden. Ik vroeg hem of ik nog een groepsfoto met de novicen mocht maken. Natuurlijk, maar op zijn aanraden zouden we het morgenochtend in de binnentuin doen. Na het avondeten kwam ik in de pandgang de drie hondjes tegen... ze herkende me en dus kon ik afscheid van hen nemen: "Ja, jullie zal ik ook missen". "Neem ze maar mee!", riepen een paar novicen. "Nee", zei ik: "dan wordt er hier iemand of heel verdrietig of heel boos." Ze zijn namelijk van de vicaris, br. Samson. Ik wist niet (en de novicen ook niet) dat hij dit kon horen, maar met een enorme grijns ("je hebt helemaal gelijk") liep hij net de recreatie uit.

Daarna ging ik naar mijn kamer met de intentie mijn laatste spulletjes in te pakken en op tijd naar bed te gaan. Maar toen klopte br. Peter op de deur: "we mogen een extra recreatie houden van onze novicenmeester! Voor het afscheid van Michael en jou... kom je mee?" Tja, daarop kon en wilde ik natuurlijk geen nee zeggen. Michael ook niet. Dominik wel, die ging naar bed.

De recreatie was boven op het dakterras van het "nieuwe gedeelte" (waar de magisters wonen). Daar stond een aangenaam windje. En sowieso, het was natuurlijk al lang en breed donker, dus het was er heerlijk. We zaten gewoon op grote matten op de grond. We gingen het kaartspel ezelen ('donkey') doen... dat is dus internationaler dan ik dacht.

Het spelletje liep niet heel lekker, dus we hielden het gauw voor gezien. Of ik een liedje wilde zingen. In het Duits (rest van de novicen in koor: "Nederlands!!"), maar ik was al spontaan begonnen met "Marmor, Stein und Eisen bricht". Met applaus tot gevolg. Maar toen moest ik toch echt in het Nederlands zingen. Euhm, wat doen. Ik maakte het grapje dat ik het volkslied wel zou zingen. Daar kwam ik toen niet meer onderuit, dus het eerste couplet van het Wilhelmus (kon ik gelijk even vertellen wie Willem van Oranje was...) zong ik zo weg. Er volgde weer applaus. Toen moest Michael in het Koreaans zingen. Dat werd ubi caritas uit Taizé. Weer applaus. Ik zei dat ik dat ook in het Nederlands kende. Dus ook dat gezongen. Ze vroegen naar de betekenis, die ik uitlegde (nadat Michael dat al geprobeerd had, maar die kwam er niet uit) en zei dat er ook een versie in het Latijn was. Ook die gezongen... nu begonnen er spontaan een paar mee te zingen. Als laatste zette ik toen het Zonnelied in de versie van br. Richard van Grinsven ofmcap in, zonder te zeggen wat het was. Br. Anthony - de muzikaalste; hij geeft niet voor niets de zangles - zei: "maar dat, dat is... het zonnelied!" Nou wist ik dat de versie van br. Richard over de hele wereld was gegaan... blijkbaar dus ook naar India. Ik zong het nog een keer: Geprezen o Heer en geloofd en gedankt, /om de schepselen die u dienen /Laudate e benedicete mi Signore, laudate! en vanaf de Italiaanse woorden vielen allen - ook Michael; dus ook in Korea is het bekend) vielen allen in. Wauw! Dat was mooi!

Daarna vroeg Michael of de novicen nu een lied wilden zingen. "Uit een film", riep één van hen. Daarop schoot ik in de lach en zei: "dat hebben jullie vanmiddag al gedaan". Ze keken me allemaal wat glazig aan. Michael als eerste, die was niet bij de rozenkrans geweest en dus probeerde ik het kort uit te leggen: rozenkrans - lied - film Sister Act. En meteen riepen ze allemaal "Já, Sister Act!!!", Die film kenden ze allemaal...

Tot slot spraken we nog even over de verschillende noviciaten. Of we moeten hem verkeerd begrepen hebben (en dat hoop ik eigenlijk van harte!), maar het Koreaanse noviciaat moet echt het zwaarste zijn. Eén keer een fout maken tijdens het getijdengebed of de lezing in de Mis? EInde noviciaat. Zo is Michael zijn 8 medebroeders-in-vorming allemaal verloren. De novicen en ik keken elkaar aan... als onze noviciaten zó streng waren, dan hadden we er allemaal niet meer geweest. Nee, de "ergste" straf die ze in India konden krijgen is strafregels schrijven (doorgaans teksten van Franciscus twee keer overpennen). Ik moest daarom lachen... ik zag br. Martin Lütticke ons al zo een straf opleggen. Ik ben bang dat we niet meer bij waren gekomen van het lachen..., maar oké... wij waren dan ook gemiddeld  twaalf jaar ouder dan hen. Ondertussen hebben we wat chocolaatjes en snacks die we van de novicenmeester gekregen hadden opgepeuzeld. Stipt om 22:00 uur was het afgelopen en zocht ik mijn kamer op, pakte de laatste spullen in en zocht daarna gauw mijn bed op.

Dag 30 (woensdag) Het meest broederlijke afscheid dat je je kan wensen en dan... back to Bengaluru

Na het ochtendgebed en de mis was het tijd voor de groepsfoto. Maar voordat die gemaakt kon worden hebben de novicen nog een prachtig zegenlied voor ons gezongen. Br. Anthony had een prachtig gedicht voor mij geschreven (en een voor Michael), waarin hij precies verwoorde dat wat ik in de les had willen zeggen én dat wat er gebeurd was: we waren eerst volslagen vreemden, maar nu dierbare broeders geworden. Omdat het namens de groep was, liet hij anderen ze overhandigen (maar nam wel zelf het woord). Niet toevallig kreeg ik mijn gedicht van br. Joseph: lekenbroeders onder elkaar. Na de foto heb ik ze één voor één omhelst en hen het allerbeste gewenst. Oh, wat ga ik deze mooie plek missen, maar vooral deze groep geweldigde broeders. Wat is het toch jammer dat ze tijdens het noviciaat geen internet mogen gebruiken... geen Facebook dus. Ja, wat wil ik hen graag nog een keer terug zien. Deze geweldige groep broeders... allemaal net een stukje jonger dan ik (5 tot 10 jaar). Of ik voor ze wil bidden! Natuurlijk! Natuurlijk!

De groepsfoto met de novicen. Wat ga ik hen missen...
Na het ontbijt heb ik mijn kamer opgeruimd. Om 08:00 uur zouden we vertrekken, het werd wat later, want. fr. Thomas was wat verlaat. De tuktuk reed al voor. Bijna de hele communiteit (de gardiaan, de vicaris, br. Gerry, alle novicen) en enkele aspiranten stonden al klaar. Net als de bedelende dame die me eerder de oren van het hoofd had gekletst in het Tamil. Ze stond tussen de broeders als of ze er bij hoorde. Blijkbaar hoort te bij het meubilair..., zouden we in Megen zeggen. Toen Thomas kwam en alles in die tuktuk gepropt was (inclusief Michael, Thomas en ik) reden we weg. Flink nagezwaaid door allen (ook het dametje, die zwaaide nog het hardst) en tuk-tuk-tuk-tuk, weg waren we. Oh, wat ga ik deze plek missen.

10 minuten later waren we bij de bushalte (langs de hoofdweg). Helaas had onze bus "iets" vertraging (bijna een uur...). Er kwamen flink was bussen naar Bengaluru langs, maar die zouden overal stoppen en er dus nog veel langer over doen. Ik kreeg langzamerhand stalbenen met die zware tas op mijn rug. Op een gegeven moment dacht ik, ik doe hem toch af... Had ik eerder moeten doen: hij stond nog heen drie minuten of de grond of Thomas riep "vlug, maak je klaar, daar is onze bus!" Het bleek een soort touringcar te zijn. Zonder airco. Gelukkig wel Arko (Alle Ramen Kunnen Open) en omdat het ook vandaag wat bewolkt is, prima te doen. Ik maakte mij op voor de reis van 5 uur, zoals voorspeld was. Het viel mee. Onze snelle bus stopte onderweg slechts één keer en met 3,5 uur waren we in Bengaluru. We zaten wat verspreid over de bus, dus ik heb me vermaakt met mijn mp3-speler. Voor het eerst in een maand hoorde ik mijn "eigen keuze" aan muziek.

In Bengaluru stapten we uit (we waren de laatsten in de bus... misschien is hij toch vaker gestopt, maar ben ik in slaap gevallen?) en Thomas hield de eerste de beste tuktuk aan. Na wat gesoebat over de prijs, stapten we in. Deze bleek nog een stukje krapper te zijn, dus met de tassen op schoot, ik naar voren gebogen en de linkerarm van Michael en de rechterarm van Thomas achter mij paste het net. Gelukkig was ook dit net een minuut of 10. Aangekomen bij het klooster liepen we stomtoevallig meteen br. Salvador, de gastenbroeder, tegen het lijf. Michael kreeg zijn kamer, ik had nog steeds mijn oude. Ik  wilde mijn sleutel gaan halen in het provincialaat, maar kwam Sekar onder weg tegen. "Je sleutel steekt al in de deur. Ik heb hem de broeders meegegeven." En inderdaad. Ze bleken mijn kamer eventjes gepoetst te hebben, het bed verschoond en de handdoek vervangen. Ik heb me even opgefrist (in die krappe tuktuk had ik het echt wel warm gekregen) en richting de patersrefter gelopen. Daar scheen nog middageten te zijn (het was inmiddels nl. al 14:00 uur). Ik kwam de ene na de andere broederstudent tegen. Ze waren allemaal heel blij om me weer te zien. Maar br. Anand stond echt letterlijk te springen van plezier. De afgelopen dagen hadden we dan ook regelmatig contact via Messenger.

Na wat gegeten te hebben, heb ik wat gerust en wat was bij elkaar gescharreld. Het was al theetijd. Ook nu weer een hartelijk welkom van de broeders hier. Helaas was Michael me met de wasmachine net een slag voor, dus moest ik even wachten. Tijdens de thee bespraken Sekar en Michael het vervolg van zijn reis (volgende stop toch Chennai en niet Guwahati in het noordoosten). Ik moet dus even wachten tot ik met Sekar kan overleggen.

Dus, met een inmiddels draaiende wasmachine, een goed moment om aan mijn blog te beginnen. Met het intypen van mijn dagnummers, besef ik me pas goed dat ik al weer op driekwart van mijn reis ben. Hopelijk kan ik nog enkele dagen naar Peravoor. Ik hoop dat ik het weer (32 graden, regen) daar volhoudt, maar we gaan er gewoon voor. Het einde van mijn reis nadert. Aan de andere kant ben ik pas dertig dagen hier. Een maand dus. Als je had gezegd "een half jaar", dan had ik het ook geloofd. Zoveel indrukken, zoveel nieuwe ervaringen (zoals vandaag... tuktuk rijden!) en zoveel mooie en dierbare ontmoetingen...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten