maandag 19 maart 2018

Dag 32 (terugblik), 33 en 34: waarom ik mij niet meer waag aan voorspellingen, een lange rit, een open mond in Peravoor en een junglebookervaring.


Mijn vorige blogpost eindigde ik met een kleine blik in de toekomst. Daar waag ik me niet meer aan, want het liep toch anders dan gepland. Met de Indiase flexibele tijden inachtneming was br. Anand 10 minuten later dan afgesproken bij mijn kamer; volledig bezweet en in sportkleding "sorry, het sporten liep uit; ben er met 10 minuten, ga even douchen." Ook dat was flexibel, want na tien minuten liep alvast maar zijn kant op en toen stond hij nog pas in de startblokken om te douchen. "Het gaat hem niet meer worden vandaag, bro. Het gaat regenen." Dat het zou gaan regenen wist ik al een paar uur, maar oké. "We zien wel", zei ik. Ik ging buiten staan. De weersverandering was al begonnen: het waaide flink en het was zwaar bewolkt. Een aantal broeders liep al te bibberen, maar ik kon even lekker afkoelen. Toen Anand onder de douche vandaan kwam, probeerde ik nog "we kunnen ook binnenshuis iets doen, het is onze laatste kans...", maar nee. Hij moest aan een paper werken, dat hij ter aanvulling terug had gekregen. "Daarna misschien!" Euhm, hoe laat is dat dan? (Het was inmiddels bijna 18:30 uur). "Geduld!" Nou, dat werd dus niks. Helaas. Overigens was de regenbui van de dag er voor niets vergeleken bij deze: de binnentuin leek meer een vijver dan een tuin. En toen ik 's avonds in bed lag, deed de natuur het nog eens dunnetjes over.

Dag 33 (zaterdag): Alleen reizen...
De volgende ochtend probeerde ik me vooral koest te houden om er voor te zorgen dat ik een beetje uitgerust aan de reis naar Peravoor kon beginnen. Ik was vergeten mijn wekker te stellen, dus in plaats van 05:00 uur was ik 06:00 uur wakker. Geen punt: de broedersstudenten hebben toch om 06:30 uur ochtendgebed, gecombineerd met Eucharistie. We zouden ongeveer 10:30 uur bij het klooster vertrekken. Sekar zou me in de bus zetten (rond 10:45 uur) en de bus zou rond 16:30 uur in het stadje Irrity zijn en daar zouden de broeders mij oppikken. Dat was tot 10:30 uur ook het plan. Alleen... om die tijd werd er gebeld dat mijn bus gecanceld was en dat ik een bus later (11:00 uur) van een andere maatschappij kon nemen. Verder geen veranderingen. Wel dus, maar daarover zo meer...

Nadat ik afscheid had genomen van Michael (die ik ook van harte uitnodigde naar Nederland te komen), bracht Sekar me inderdaad naar de bus. "Je gaat nu naar onze grootste communiteit', zei Sekar. "Qua gebouw of qua broeders", vroeg ik. "Beide".

Bij de bus aangekomen bleek mijn tas helaas te groot en dus moest hij in het bagageruim. Daarna begon de rit. Na een uur stopten we: we zaten nog steeds midden in Bengaluru en pas hier liep dus bus goed vol. We reden verder. Nog een uur later waren we nog steeds Bengaluru niet uit. Maar kort daarop gingen we toch de snelweg op. Op een gegeven moment stopten we in the middle of no where. Hier was even een plaspauze gepland. Wist ik veel. Ik dacht alleen: wat doen we hier in hemelsnaam? Daarna reden we weer een stuk verder. Het was inmiddels 15:45 uur en Sekar belde, zoals beloofd. Ik moest de bestuurder even vragen hoe laat we in Irrity zouden zijn en daarna de broeders in Peravoor bellen, want dan konden die richting Irrity rijden. Voor dat bellen had ik trouwens een Indiase SIM-kaart gekregen. Dus ik naar de bestuurder en de conducteur. "5 Minutes" was het antwoord. Ik dacht meteen... dat kan nooit. Ik kon de route op Google Maps namelijk aardig volgen en we waren de staat Karnataka nog niet eens uit, we waren nog maar net voorbij de stad Mysore... ik dacht dus, ik wacht nog maar even met naar de broeders te bellen. Maar inderdaad ongeveer 5 minuten later stopten we... Voor weer een plaspauze. Ja,  hallo, pipo's dat bedoelde ik niet. Dus probeerde ik het nog een keer. Ik realiseerde me dat geen van beide heren Engels sprak... Potverpluto, hoe ik ga ik dit nou aanpakken? Gelukkig riep de chauffeur al gauw de hulp in van een passagier. "19:30 uur", was het antwoord. Wat?!, dacht ik meteen. We zouden er toch 16:30 uur zijn? Hadden we zoveel vertraging? Op zijn vraag of ik er opgehaald zou worden, antwoordde ik met "ja". "Zeg dan maar 19:00 uur, je kan nooit weten!" Helaas beantwoordde de gardiaan in Peravoor zijn telefoon niet en ook Sekar nam niet op. Ik stuurde daarop beide maar een sms. Een tijd later had ik na vijf mislukte pogingen, omdat ik te veel in de Malayam-film en mijn muziek zat, toch contact met Sekar. "Dik twee uur vertraging", zei Sekar: "dat is wel veel". Er kwam echter geen reactie vanuit Peravoor. We reden maar door en eerlijk gezegd zat ik een stuk ontspannender toen ik wist dat het nog uren ging duren voor we Irrity zouden bereiken. De bus slingerde inmiddels door de bergen. Het deed me denken aan de Alpen, al was de vegetatie anders. Nu kon ik niet veel zien, want vrijwel alle gordijnen voor de ramen en dat tussen de chauffeur, de conducteur en de passagiers, waren gesloten. Dat vond ik eigenlijk niet zo heel prettig, want de haarspeldbochten kon je zo niet zien aankomen.

Op een gegeven moment stopten we. Volgens Googlemaps precies voor de grens tussen Karnataka en Kerala. Door de kier in het gordijn zag ik een rivier liggen met een heel smalle en tevens heel oude stenen brug liggen. Ik vergeleek die situatie met de kaart en dacht.... Oh my God... daar moeten we overheen. In eens was ik wél blij dat de gordijnen dicht waren, want ik denk dat de bus er maar net overheen paste. Ongeveer 10 minuten later stopten we 18:50 uur. Ik vroeg aan de behulpzame passagier: "is dit Irrity?" "Nee, dat is de volgende stop." Maar ik zie toch overal Irrity staan, dacht ik. Nou ja, het zal dan wel "gemeente Irrity" zijn. En inderdaad, de volgende stop was Irrity. Ik was nog niet de bus uit (ik was zo ongeveer de enige) of de conducteur gaf me mijn tas. De onderkant was kletsnat... Gelukkig zit in de bodem van deze laptoptas een beschermhoes tegen de regen. Ik maakte me dan ook geen zorgen, maar vond het wel niet netjes. Op hetzelfde moment werd ik aangesproken: "Ben jij, Hans-Peter?" "Ja" "Mooi, dan ga ik nu de gardiaan bellen, dan rijdt hij met de auto voor". En zo gebeurde het. In de auto vroegen ze of de rit goed was verlopen. "Ondanks de vertraging wel..." "Vertraging?", vroegen ze. "Ja, ik zou er toch om 16:30 uur zijn?" "Niet met deze bus". Wat bleek: mijn vervangende bus neemt een andere, veel langere route. Ik was (met 19:10 uur) zelfs 20 minuten eerder dan gepland. Ook vernam ik nu waarom ik geen contact had gekregen. Ze hadden namelijk al sinds 16:30 uur op mijn staan wachten. Oeps. Nou ja, niks aan te doen.

Na een korte rit (een half uurtje) kwamen we aan de communiteit. Niet letterlijk, maar wel figuurlijk viel mijn mond open van verbazing. Wat een enorm gebouw... het is een gebouw dat half rond is, met een binnentuin en drie etages hoog. Moet ik wel, heb ik inmiddels begrepen: de communiteit is ruim 30 broeders (waarvan een stuk of 26 junioren), klaslokalen, een bibliotheek, een kerk, een kapel, twee recreaties, twee televisieruimtes, twee collegezalen, spreekruimtes, gastenkwamers, etc., etc. In het donker leek de binnentuin groot genoeg om er ons Megense klooster in te laten passen. Dat was nog net overdreven, zag ik de volgende ochtend bij daglicht.

Mijn kamer...
...naar beide zijden
Mijn kamer is op de begane grond en ook bij het betreden van mijn kamer viel mijn mond open. Anderhalf keer mijn - toch al niet kleine - kamer in Megen. 3x10 meter, minstens... maar er stonden letterlijk vijf meubelstukken in: een bed, een nachtkastje, twee stoelen en een bureau. Mijn eerste gedachte was... waar heb je in hemelsnaam zo een balzaal voor nodig als je er toch niks in zet? Via een doorgang in de wand kwam ik een ruimte met een kastenwand en daar aanvast al weer mijn eigen douche en toilet. Ook voor een badkamer een balzaal. De refter was precies aan de andere kant van het gebouw, recht tegenover me, werd me gewezen. Over 10 minuten is de maaltijd.
Refter? Of restaurant?
Ik had meerdere minuten nodig om er te komen. Maar goed. Daar aangekomen dacht ik.... dit lijkt meer een restaurant, dan een refter (zie de foto). Al gauw kwam ik erachter dat de rechte tafel langs de achterwand voor de magisters en de gasten was en dat de junioren aan de ronde tafels zaten. De eerste junioren, die van de fundatie (het noordoosten); een vijftal, zou de volgende dag al naar huis vertrekken voor de vakantie. "Drie dagen reizen". Dat verbaasde me, want zoals ik in mijn vorige blog vertelde, zou dat het vanuit het veel noordoosterlijker gelegen Palmaner ook zijn. Maar oké.

Na het avondeten zag ik dat er voor de junioren "film kijken" op de dagorde stond. Dat leek me wel wat. Dus ik op zoek. In plaats daarvan kwam ik terecht in de laatste "toespraak" van de junioraatsmagister. Eerst dacht ik: wat doe ik hier? Maar toen vond ik het best interessant. Allereerst om te horen dat ze "bij thuiskomst ook de pastoor moesten verwittigen dat ze er waren" en dat "ook al was het vakantie, ze dagelijks de mis moesten bijwonen, als dat kon", dat ze "niet te veel met vrienden moesten rondhangen of tv kijken, deze dagen waren om door te brengen met je ou... ders" (weet je wel, op zo'n juf (Ank ;-) )-toontje waarbij de leerlingen de zin moeten afmaken. Het zal wel nodig zijn hier, dacht ik. Ze zijn immers allemaal 8 tot 10 jaar jonger dan ik. Maar ik dacht ook wel een beetje... kom op zeg... tien jaar jonger betekent als nog 20 tot 22 jaar. Maar al gauw bleek, dat het echt wel nodig was. Het volgende punt was namelijk "broederlijk gedragen". Er waren namelijk klachten gekomen van de pastoor... er zouden junioren parochianen hebben uitgelachen terwijl ze de rozenkrans baden... en ze zouden elkaar ook regelmatig kietelen tijdens het getijdengebed. Toen dacht ik echt even... ik zit in de verkeerde film (dat is een Duitse uitdrukking). Dat had ik niet verwacht. Wordt eens volwassen dacht ik. Na de film mochten ze recreëren ter afscheid van de eerste vakantiegangers. Daarna zouden die van de custodie volgen en ten slotte die van de pro... vincie. Ik dacht nog even... straks loopt het huis leeg in die paar dagen dat ik hier ben. Krijg ik nog niks mee van het leven hier (maar inmiddels begreep ik dat de andere pas na Pasen gaan; wat ik flauw vindt: waarom mogen de noordoostelingen Pasen met hun familie vieren en de anderen niet?). Maar goed, de recreatie bleek te bestaan uit voetbal kijken. Dat verbaasde me... dé sport hier is cricket. Van de wedstrijd was nog een kwartiertje over: Bengaluru-Chennai. Grappig. Bengaluru stond 3-1 achter. Al gauw vond ik dat best terecht, want Bengaluru maakte de enige smerige overtreding na de andere. In de verlenging bleken ze toch nog te scoren. Na afloop begrijp ik pas dat het om het kampioenschap ging. Chennai is dus de landskampioen van India geworden.

Het was mij opgevallen dat er geen handdoek om mijn kamer lag, dus ik sprak de magister aan of ik er nog één kon krijgen. Van te voren zei mijn gevoel "vraag het een junior!" Had ik nou maar naar m'n gevoel geluisterd.... want ik sprak toch maar, fr. Anthony, de magister aan. Die beende naar de junior en gastenbroeder is en gaf hem een flinke uitbrander, terwijl de jongen beduusd naar de grond staarde. Doe eens even normaal, dacht ik. Mijn God, iedereen kan toch een foutje maken? Maar goed. Daarna kreeg ik een handdoek.

De dag was daarna ten einde.

Dag 34 (zondag): foto's en zwemmen?
Een stukje binnentuin
De kloosterkerk
De volgende ochtend stond ik op en liep op goed geluk naar de kloosterkerk voor het ochtendgebed. Meteen bingo. Hier zat ik goed. Het ochtendgebed ging over in de Eucharistieviering, gevolgd door het ontbijt. De rest van de ochtend besteedde ik aan het fotograferen van het huis en de directe omgeving. We zitten midden in het bos (je had dus helemaal gelijk, Theo). Eén van de junioren sprak me aan wat ik van het gebouw vond. "Het is enorm en mooi." "'t Is me te groot?", zei hij.






Zouden zij blij met dit gebouw zijn?
Ik moest lachen en zei: "Tja, zij (we stonden vlakbij twee glas-in-loodramen van Franciscus en Clara) zullen het vast niks vinden." Daarop moest hij ook lachen en hij bevestigde dat. Daarna nodigde hij mij uit (zoals er later nog meer deden) 's middags mee te sporten: ze zouden gaan zwemmen in het riviertje naast het klooster. Op de weg hier naartoe had de gardiaan me er al opgewezen. Riviertje. Hihi. Wij zouden het een slootje noemen! Ik heb daar best zin in, want het is hier plakkerig warm. Warm zoals het in Nederland zomers warm is. Ik heb alleen mijn zwembroek in Bengaluru laten liggen. Grrr. Nou ik zie wel hoe ik dat oplos (mijn onderbroek maar, denk ik).
Na het middageten ben ik aan deze blog begonnen. En ondertussen is mijn hoop dat we gaan zwemmen al weer vervlogen: het begon te waaien (zo hard, dat door de "luchtgaten" bovenin de wanden de tweede ventilator in de kamer spontaan af en toe draait), daarna te onweren (en dat is altijd loeihard zo middenin de bergen) en inmiddels plenst het van de lucht. Nóg veel harder dan eergisteren in Bengaluru. Helaas kan ik daardoor nu niet meteen (15:45 uur bij ons, 11:15 uur bij jullie) deze blog online zetten, want het internet is uitgevallen. Het is in ieder geval niet de stroom, gelukkig maar. Het is namelijk nog steeds 33 graden...
Het regent een beetje... veel.

Eén blik naar buiten.
Overigens hàd ik helemaal niet de bedoeling deze blog zondaag al weer te uploaden... morgen leek me beter (anders volgen er zoveel achter elkaar), maar het verhaal is al weer zolang... weer een heleboel indrukken en nog maar een weekje te gaan of ik vlieg alweer richting Nederland....

Update (1): mijn Junglebook ervaring
Na de thee gebeurde eindelijk één van de laatste ervaringen waarop ik gehoopt had in India. Een 'Junglebookervaring'. De regen stopte namelijk precies op tijd en daardoor konden we gaan zwemmen! Ik trok mijn korte broek aan en hup daar gingen we. Een stukje door de jungle en daar kwamen we aan een stukje in de rivier (een andere, grotere dan die van gisteren) met een aantal rotsblokken, daardoor ontstond een klein meertje, met de breedte van, pak hem beet 8 meter (oh, ik kan zo slecht schatten). Daar hebben we een hele tijd gezwommen. Heerlijk! Ik voelde me echt als of ik in Junglebook was beland, zeker toen twee lokale jongetjes meegingen doen en één van hem een rood broekje droeg... Mowgli! Over kleding gesproken: geen van de novicen had zwemkleding. De meesten zwommen in hun onderbroek of zelfs volledig aangekleed. Ik viel dus niet op.

Het was prachtig en heerlijk... het water was lekker warm (er kwam zelfs een beetje stoom vanaf) en heel helder (slechts een beetje gelig), zodat de bodem kon zien. De temperatuur was door de regenbui toch flink gezakt. Het was echt zalig. Na, ik denk dik twee uur gezwommen te hebben, moesten we terug. Br. Joseph nam me echter mee naar enkele families die tussen de rivier en het klooster wonen. Met de tweede familie hebben we nog samen gebeden. Tenminste, dat liet Joseph mij doen. Pff. Even denken, in het Engels...

Achteraf zei hij dat hij dat helemaal niet mocht, huisbezoeken afleggen. (Sekar nou niet stiekem zijn magister bellen, hè... 😜 ) , maar ik ben er blij mee. Na de slumbewoners, de rijke stedelingen, de gewone stedelingen, de boeren en de dorpsbewoners, heb ik nu ook 'junglebewoners' thuis bezocht. Wat me opviel: vrij grote huizen. Ik heb begrepen dat dit typisch voor Kerala is: veel werken (en dus geld verdienen), dan een groot huis bouwen en dan... arm gaan zitten wezen in een groot huis. In de andere staten gebeurd dit andersom: liever een klein huis en wat beter in de slappe was. Dat schijnt ook de reden te zijn dat dit enorme klooster niet bevreemdend was voor de lokale bewoners. Op de terugweg vroeg ik op Joseph uit Kerala kwam, hij sprak het Malayam zo vloeiend (voor zover ik dat kan insschatten). Niet dus. Hij komt uit Bengaluru, zijn moedertaal is het Kannada en hij heeft in de paar maanden dat hij hier iets, iets Malayam geleerd. "Een paar maanden hier?", zei ik. "Ja, ik ben eerstejaars." Hij blijkt 22 te zijn... ik had hem minstens 26 jaar geschat. Toen ik dat zei kon ik niet uit zijn antwoord opmaken of hij dat nou leuk vond of niet.

Het is inmiddels avond en er is nog steeds geen Internet... het wordt toch morgen voor deze blog online kan...  Dat zal nog wel even duren, want de router van het gastennetwerk is kapot gegaan van een blikseminslag (en er is een dak afgewaaid van één van de watertanktorens op het dak)... op maandag zullen een nieuwe gaan halen, als het lukt. Tot die tijd... geen Internet voor mij.


Update (2): dag 35 (maandag): op het dak en toch Internet
Uitzicht vanaf het dak...

Uitzicht naar de andere kant...
Op maandagochtend gingen er nog drie broeders op vakantie. Her studiejaar is over en dus hebben ze wat meer vrije tijd en dus nam br. Joseph (19 maart, St. Jozef, vandaag is zijn naamdag dus) mij mee naar het dakterras. Het uitzicht is werkelijk schitterend. Al is het ook wat bedrieglijk, aldus Joseph. Het lijkt compleet bos te zijn, maar achter elke zoveel rijen boomtoppen liggen dorpjes en stadjes. Daarna liet hij mij de bibliotheek zien. Die lange rijen boekenkasten, bleken voor meer dan de helft gewoon leeg. In de erboven gelegen computerruimte waren een paar junioren aan het werk. Nou ja... omdat het studiejaar over is, hebben ze vrije tijd dus zaten ze allemaal te Facebooken, films te kijken, etc. Eén van de broeders gaf me het wachtwoord van het netwerk daar, dus... ik kon weer online en daarmee ook deze blog. Ik checkte wel even of hij dit echt zeker wist, want waarom zouden the fathers mij dit wachtwoord niet gegeven hebben. Hij keek me wat glazig aan en gaf me het wachtwoord. Chips, dacht ik. Dit wachtwoord hèbben ze me gegeven... ik had alleen het begrepen dat het het wachtwoord van de computers was... nou ja. Helaas reikt dit netwerk niet tot mijn kamer, maar eigenlijk ik het veel gezelliger met de broeders in één ruimte te zitten...

O ja, bij de koffietijd sprak ik nog even met de junioraatsmagister (of magister of basic formation, zoals ze hier zeggen), fr. Anthony, en de secretaris vorming en studie, fr. Shaji over de vorming. Ze snappen er maar niks van dat ik, omdat ik lekenbroeder wil zijn, zelfs geen filosofie heb gedaan. Achteraf (en ja, nu rollen er een hoop broeders van hun stoel met Jan, Wim en Theo voorop...) had een cursus of kleine opleiding filosofie me niet eens zo gek geleken. Het is gewoon nooit in me opgekomen als mogelijkheid. Maar oké. Met name fr. Anthony snapt het sowieso niet helemaal waarom je lekenbroeder wilt zijn (en hoe ik in godsnaam artikelen mocht schrijven voor katholieke bladen zonder theologie...). Ik heb het hem proberen duidelijk te maken. Ik vind dat als magister niet echt handig. Ik snap dat die enkeling die hier er voor kiest lekenbroeder te zijn, wat te overwinnen heeft. Maar nu brei ik er echt een punt aan, want het is al weer een heel verhaal...

Helaas is de wifi niet heel sterk, dus het duurde even voorde foto's ertussen stonden... dus 24 uur nadat ik gehoopt had een blogtekst online te zetten... is hij er dan eindelijk...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten