woensdag 28 februari 2018

Dag 14, 15 en 16 - Lamme armen, maar een goed gevoel



Het is weer hoog tijd voor een berichtje van mij vanuit India! Er is weer een boel gebeurd... en vele van jullie zullen daar al wat van op Facebook langs hebben zien komen

Dag 14 (maandag): Sint Antonius komt

Maandag was voor mij een rustige dag, die precies volgens de geplande dagorde verliep. Na mijn werk in The Bread Centre en mijn rustpauze ben ik gaan werken aan een artikeltje voor Katholiek.nl over in India zijn; over hoe de Indiase samenleving er uit ziet, wat de Franciscanen hier doen en hoe ik het ervaar. Juist ja, veel te veel onderwerpen voor één artikel dus, dus heb ik er met hoofdredacteur Willen-Jan gekozen om het te splitsen in twee artikelen.

Omdat ik zo hard aan het werk was, vergat ik helaas de tijd en zo miste ik de aankomst van de relikwieën van St. Antonius van Padua. Nu zijn die hier de komende dagen, dus ik zal ze vast te zien krijgen. Euh... niet dus...

Laatste vermeldenswaardige van deze dag. Het is dag 14... ik ben alweer op een derde van mijn reis. De tijd vliegt om!

Dag 15 (dinsdag): Sint Antonius wandelt rond?
Op dinsdagochtend dacht ik dat dit een dag zoals de vorige ging worden. Dat veranderde al toen ik de kerk in liep voor de Mis van 06:30 uur. Die zit normaal goed vol. En zeker op dinsdagen (St. Antoniusdag), maar vandaag puilde de kerk uit. O ja... de relikwieën. Fr. Praveen, de minister-provinciaal, deed vanaf het altaar verwoede pogingen de mensen de banken in te krijgen, met de belofte dat er nog genoeg tijd zou zijn om langs de relikwieën te gaan. Tijdens de mis was dat not done. "U weet toch hopelijk wel dat de H. Mis belangrijker is dan relikwieën?" Het duurde even voor de rij was opgelost en iedereen plaats had in de banken of de bijgezette plastic stoelen achterin.

De kerk was voor de gelegenheid even gesplitst. Daarvoor is het goed te weten dat de nieuwe kerk in een haakse hoek op de oude is gebouwd. Het oude gedeelte was afgezet en daarbinnen stond het ene relikwie. Dat is een versteend stuk vlees van Sint. Antonius. Het andere relikwie stond op het altaar en is een stukje bot. Dat zat in een reliekhouder, zoals ze er hier zelf ook één hebben: de priester houdt hem vast en de gelovige kan hem kussen (lapje erover en de volgende). Ter gelegenheid stond er nog een tweede St. Antoniusbeeld in de kerk.

Aan het einde van de Mis werd er aangekondigd dat het nu op geordende wijze mogelijk was langs de relikwieën te gaan. Dat zou beter geregeld worden dan het uitdelen van de communie het geval was geweest. Die was inderdaad redelijk chaotisch verlopen. Helaas was dit tegen dovemansoren gezet. Omdat ik (en vele van jullie met mij, denk ik) toch een wat andere devotie heb voor relikwieën (ik hoef ze niet te zoenen), dacht ik... gáuw naar buiten. Ik kom ze op een rustiger moment wel bekijken.

Ik wurmde mij dus door de drommen mensen heen naar buiten. En daar begon het...: 'Father, please bless me'. Ik dacht nog... ach, dat willen vast een stuk of 10 mensen, net als zondag. Euh, nee. Ik heb ze niet kunnen tellen maar 100 tot 150 moeten het zeker geweest zijn. In drommen stonden ze om mij heen en ik maar rondjes draaien van de één naar de ander en telkens als het rustiger leek te worden, hoefde ik me maar om te draaien om weer een groep voor me te hebben staan. Eerlijk gezegd, vond ik het vooral heel bijzonder om te doen. Al die mensen die op mij afkwamen en van mij de zegen wilde. Wie ben ik nou helemaal? Dat gewone, jochie, dat lekenbroedertje uit Nederland? Zowel jonge mensen als ouderen, zowel mannen als vrouwen, ouders met kinderen. Leeftijdsgenoten... wauw. Je zag aan de mensen dat het hen zichtbaar goed deed en dat gaf me een goed gevoel. Hoewel ik ook merkte dat dit boven mij uitsteeg. Ik voelde mij echt even Gods dienaar, zijn hulpje op aarde.

Na een minuut of 10 kwam een breed lachende provinciaal langs... Die lach betekende overduidelijk: "jij bent nog wel even zoet, broeder". En Ja, pas na een minuut of 25 was er niemand meer. Met snelle pas liep ik richting de communiteit om daar te ontdekken dat het ontbijt al was opgeruimd, maar er gelukkig in de hoofdrefter nog wat stond.

Daarna ben ik even gaan afkoelen (ik had ook nog eens aardig in de zon gestaan). Vervolgens ging ik weer aan de slag in the Bread Centre. Daar is dinsdag normaal altijd de drukste dag van de week, maar deze dag... was het nog drukker dan anders. En toen kwam er ook nog eens een dame - die ik nog niet gezien had - haar verjaardag vieren. Eerlijk gezegd vond ik dat weer wat dubbel. Zojuist hadden we weer "het is op" moeten verkopen aan de laatste bezoekers om daarna naar de keuken te lopen (waar de vrijwilligers eten) en middenin een feestje te vallen... met een hoop eten, waarvan "de broeder" ook nog moest proeven. Nou ja, proeven... ik werd compleet volgestopt. En dat terwijl ik al had gegeten. Maar vooruit. Buiten gekomen wist ik niet wat ik zag... zóveel mensen. Hemeltje lief...


De rij 's middags... het is nog wel 100 meter naar 't relikwie...

Ik had voor mijzelf besloten van de dinsdagmiddag een rustige dag te maken. Na het rusten en het theedrinken, wilde ik beginnen aan het tweede boek dat ik had meegenomen uit Megen (De geschiedenis van de steen en de fluit en dat is nog niet alles... van de Duitser Hans Bemmann). Het is een roman in een fantasy middeleeuwse wereld. Precies mijn lievelingsgenre. Maar goed. Ik zat er nog maar net toen de eerste broeder in pij al voorbij kwam: "de aartsbisschop komt". En
Door het parochiecentrum loopt de rij; waterflessen staan klaar.
toen de tweede. En toen de derde. Dat was Sekar. Toen bedacht ik me... volgens mij is dat een stille hint. Dus snelde ik naar mijn kamer, trok mijn pij aan en ging naar buiten. Daar dacht ik even dat half India op het kerkplein stond. Mijn God! Wat een mensen.

Het afgeschermde deel van de kerk is stampvol...
Het is inmiddels avond. De rij slingert over het kerkplein...

De kerk, noch de aartsbisschop, noch de relikwieën heb ik bereikt. Want... net als vanochtend (en dat bedoel ik niet verkeerd!) kwamen de mensen als vliegen op een pot stroop op mij af. "Please, father, bless me!" Dus wederom begon ik de zegen van Clara uit te spreken over hen allemaal: van baby, peuter en kleuter tot de ouderen en zelfs enkele zusters. Vanochtend hadden een aantal mensen mij tijdens (of direct na) het zegenen al bij de uiteinden van de mouwen van mijn pijen gepakt. Nu gingen ze nog eventjes verder. Ze grepen of raakten mijn pij aan, pakten mijn koord vast en er knielde zelfs iemand om mijn voeten aan te raken. En in eens vroegen mensen (met een fles wijwater in de hand; een

fles zoals ze hier altijd gebruiken door hem een zwieper te geven komt er wijwater uit) of ik hun auto wilde zegenen. Toen dacht ik. Ai. Ga ik nou weer op
het randje? Maar... de vrijwilligers van

the Bread Centre zegenen ook elke dag het eten, de vrijwilligers en de bezoekers met wijwater. Dus... oké dan. "Op voorspraak van de Hl. Christoffel zegen ik deze auto, zodat ze jullie altijd veilig onderweg mogen zijn en hij jullie
weer veilig thuis mag brengen. In de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest." Zoiets heb ik gezegd. Ik weet het niet eens precies meer. Ondertussen vroegen er een aantal mensen of ik voor hun kinderen wilde bidden of hen "op afstand" wilde zegenen omdat ze ziek thuis waren. Ja, natuurlijk... Clara vindt het vast niet erg als ik in haar zegen and your son/daughter [Name] and give them good health opneem. Af en toe moest ik oven een huilend kindje troosten ("there is no need to cry...") - wat me wonder boven wonder nog lukte ook; spontaan hielden ze op te huilen... Ik heb er zo denk ik - met misschien twee of drie keer een minuutje rust - anderhalf uur gestaan. Ai... mijn armen. Ik moet minstens 500 mensen gezegend hebben!
Een lange rij (met dank aan Sekar voor de foto!)


Nieuw voor mem maar bijzonder om te doen.... zegenen (met dank aan Sekar voor de foto!)
Het was inmiddels 20:10 uur. Ai. Avondgebed gemist en het avondeten was ook al tien minuten aan de gang. Op eens stond er even niemand meer. Dus als een haasje liep ik richting de voordeur. Snel doorstappend kwam ik bij de refter. Niemand. En geen eten. Gelukkig zal ik br. Tommy (de econoom van de provincie en de lekenbroeder; vandaar dat ik hem nog maar eens polsde...) voor de tv zitten. "Het eten moet nog komen!" "En ik dacht al dat ik te laat zou zijn!" Tommy begon te lachen: "ik heb je bezig gezien. Je zult wel lamme armen hebben!" "Ja, omdat ik het niet gewend ben." We spraken er even over. Inmiddels was het eten gebracht en waren we begonnen. Volgens Tommy maakt het de mensen hier echt niet uit of je broeder of pater bent. De pij is ze genoeg. Hij gaf me wel de tip: zegen de volgende keer gewoon de hele groep in één keer. Vinden ze prima. Ben jij zo klaar. Maar dat weet ik niet. Nu kon ik toch echt even een momentje - als het maar een seconde of 4 á 5 - voor iedereen hebben.

Inmiddels kwamen de anderen - die in de Mis van de aartsbisschop hadden gezeten - binnen. Ze hadden me allemaal bezig gezien. Ja, de zegen van een buitenlandse franciscaan... die willen de mensen wel. Op eens maakte er één de grap: "misschien dachten de mensen wel dat jij St. Antonius zelf was, die er rondliep". Nou... door al die aanrakingen, kon ik me dat nog voorstellen ook.... maar ik denk ook dat de zegen van Clara (De Heer zij altijd met u en moge Hij geven dat u altijd met Hem zijt! ) voor de mensen ook nieuw is. Ik begreep dat ze de kerk om 21:30 uur hadden willen sluiten. Maar... dat zou met geen mogelijkheid gekund hebben... zo'n lange rij stond er nog... Overigens hadden ze veel mensen verwacht, maar dit oversteeg ieders verwachtingen...

Er stroomde water uit de Mariagrot.
Op weg naar mijn kamer kwam ik br. Anand tegen "kom nog even mee naar buiten". "Oh, nee... dan ben ik zo weer een uur verder" (Met alle respect: als het was gebeurd had ik het met liefde gedaan). Hij haalde me toch over. Er wilde nog 4 á 5 mensen de zegen. "Zolang je loopt komen ze niet", aldus Anand. En ja, dat klopte. Anand zei (net als nog meer broedersstudenten) dat hij me gezien had en foto's had gemaakt. Ik had daar echt niks van gemerkt. Vind ik eigenlijk wel goed, ik heb echt mijn aandacht bij de mensen gehouden... We zijn maar kort buiten geweest: zo interessant is een enorme rij wachtende mensen nou ook weer niet.

Toen ben ik moe, maar voldaan naar mijn kamer gegaan. Eén ding van deze dag heb ik echter nog niet verteld. De ene naar de andere broeder loopt hier rond met kiespijn. En even dacht ik... oh, nee... ik ben ook aan de beurt. Gelukkig kwam ik er achter dat het mijn bekende kwaaltje is: tandvleesontsteking. Minder erg, maar ook pijnlijk. Getsiederrie! Ben ik net weer goed op de rit... nou dit weer.
Dus voor ik in bed kroop (met twee paracetamollen) nog even een appje aan Sekar: kunnen we morgen even een fles mondspoeling gaan halen bij de apotheek? Voor het

Dag 16: (woensdag) St. Antonius trekt half katholiek Bengaluru en ik heb mondwater
Woensdag (vandaag dus) begon prima. Blijkbaar werkt paracetamol hier beter dan in India. Ik had geen pijn meer...; het werd pas tegen 14:30 uur vanmiddag weer 'gevoelig'. Terwijl ik naar de kerk liep (op flinke pas...😉) sprak een broeder me aan, waarom ik niet naar de Eucharistie was van de broedersstudenten... hun magister (fr. Amaladass) was jarig... Tja... moet ik dat ruiken of zo? (dacht ik). Maar nu was ik te laat, maar dan wist ik het vast voor bij het ontbijt. Dus zowel in de gang als na het zingen in de refter heb ik hem gefeliciteerd (de eerste keer in 't Engels, de tweede keer - wat hij zichtbaar leuk vond - in het Nederlands). Er was verjaardagstaart. En dat was maar goed ook, want er was iets mis met het ontbijt (het was er niet). Dus het duurde even voor er ontbijt kwam. In plaats van de witte rijst met curry (ja, drie keer per dag warm!), hadden ze een pak instant noodles opengetrokken. Het voordeel was wel: niemand had zijn mondvol, dus konden wat gemakkelijker kletsen. Eén van de priesterstudenten wil Duits leren, want hij wil wel uitgezonden worden naar Duitsland (ik heb ze verteld dat ik Duitse les heb gegeven), dus hij wilde wel oefenen. Euh... nou, ik heb een beter voorstel: leer Nederlands :-D. Dat vonden ze wel wat voor Anand. "Als jij provinciaal wordt, dan stuur je maar een uitnodiging!" "Dat zit er voorlopig nog niet in, hè, lekenbroeders kunnen geen provinciaal worden..., maar ook als niet provinciaal kan ik je uitnodigen!" We hadden het er even over dat er plannen zijn (of beter: dat we paus na paus het verzoek hebben gedaan en dat paus Franciscus de eerste was die erover na wilde denken) het te veranderen. Een goed idee, was de algemene mening. Dat viel we weer mee.

Wat me trouwens ook meeviel (even teruggrijpend op de avondmaaltijd van dinsdag): het artikel van kardinaal Sarah dat "handcommunie des duivels is" kwam hier ook ter sprake. Hoewel mondcommunie hier de gewoonte is (op zondag wordt zelfs gezegd dat het zo moet; maar vanochtend zag ik een zuster communie in de hand ontvangen...), reageerden ze er erg hoofdschuddend op. Blijkbaar hebben ze toch niets tegen handcommunie. Maar goed. Ik houd me aan de lokale gebruiken. Ze hekelde trouwens ook de hele verkoopkraam die de minderbroeders conventuelen hadden meegenomen ("ze maken er te veel business van").

Ik had nog niet de voorkant van The Bread centre laten zien
Terug naar woensdag. Ik heb voor ik naar The Bread Centre ging een tweede poging gedaan in mijn boek te lezen. Ondertussen sprak ik met Sekar af dat hij me in The Bread Centre zou ophalen om naar de apotheek te gaan. Helaas liep het in The Bread Centre was uit. Want... de vrijwilligers die helpen eten uitdelen gaan altijd naar de mis van 12:00 uur (de Engelse mis), vanwege de aanwezigheid van de relikwieën is de planning anders en nu was de mis in het Kannada (de officiële taal van Karnataka, de deelstaat waar Bengaluru de hoofdstad van is) en de provinciaal ging voor. Hij brak zijn preekrecord: zijn preek duurde 45 minuten. Daardoor waren onze vrijwilligers laat. Volgens hen was de helft van de kerk in slaap gevallen 😉. Vandaag zijn er weer een heleboel mensen; maar het 'gekkenhuis' van gisteren is het niet...

Maar Sekar moest dus even wachten tot de piek er uit was en ik (iets eerder dan gebruikelijk) er vandoor kon. We gingen naar de apotheek, die op 5 minuten lopen bleek te zitten.  Het is een uitgiftepunt alsof het een doodnormale winkel is. Je komt er niet binnen, zoals bij ons het geval is. Ze hadden met mondwater met chlorhexidine die zocht (pfoe!) alleen zijn de flesjes hier kleiner. Dat mag ook wel. Thuisgekomen bleek de inhoud namelijk sterker dan bij ons. Ik merk al meteen resultaat...! Ik was trouwens bang dat het een godsvermogen hier zou kosten. Sekar stond er op te betalen (😒) en bij thuiskomst zag ik dat het slechts 91 rupees oftewel €1,44 was... omgerekend naar de grootte van de Nederlandse flessen zou zo'n fles hier €4,80 kosten. Nou... daarvoor krijg je hem echt niet mee hoor, bij de apotheek.

Na het rusten was het weer blog- en theetijd, dus ook dit keer heb ik met dit blogbericht de tijd weer ingehaald.

zondag 25 februari 2018

Dag 12-13: een culture shock, maar niet die ik verwachtte...



Ik hoop niet dat ik te snel ga voor Nederland, met al weer een blogpost, maar er is deze dagen alweer zoveel gebeurd, dat ik weer eventjes mijn hoofd moet legen op het digitale papier. Ik zie nu dat ik in mijn vorige blog de dagen fout had, het waren natuurlijk woensdag, donderdag en vrijdag... de dagen lijken wat op elkaar...

Dag 12 (Zaterdag) - wassen en wederom spontaan broederlijk bezoek
Na het ochtendgebed - dat hier trouwens wisselend "bezoek" kent, net als het avondgebed; deze ochtend was ik er alleen met Sekar - zei Sekar me dat ik vandaag de mis kon meemaken van de broederstudenten in hun kapel. Zogezegd zo gedaan. Nou begon die mis met het ochtendgebed, dus ik heb dubbel gebeden. Het was een mooie viering, grotendeels gedragen door de broedersstudenten, qua gebed, zang, lezingen en overwegingen. De voorganger, fr. Amaladass, droeg trouwens - net als sommige andere oudere broeders hier af en toe - een witte pij. Ik kan daar maar niet aan wennen... maar oké.

Tijdens het ontbijt vroeg br. Anand of ik vanmiddag vrij was. Op mijn bevestigende antwoord nodigde hij mij uit om mee te gaan naar zijn "ministry". Oké, leuk! Aanpakken wat je aanpakken kan nietwaar? Dus we spraken af dat hij om 17:00 uur naar mijn kamer zou komen. Nu had ik afgesproken die middag de wasmachine te kunnen gebruiken, dus ik moest even kijken hoe ik dat ging doen.

Na het ontbijt was het weer tijd voor mijn dienst in the bread centre.Ik heb een klein filmpje gemaakt om een beeld te geven van het verkeer te geven. Dit is vanuit the bread centre, die staat op de hoek van een kruising. Helaas was het een relatief rustig moment 😁.


Mijn was...

Het lastig te zien, maar rechts van de toren hangt mijn was.
Na mijn dienst ging ik (om 14:00 uur) eerst gauw met mijn was naar de wasmachine om daarna te gaan rusten. Helaas was de wasmachine met de theetijd (16:00 uur) nog niet klaar, maar na een snelle kop thee (hier trouwens standaard met melk en twee scheppen suiker), was de wasmachine wel klaar. Dus ik met twee armen vol naar het dak (via 'het torentje') en toen stond ik voor de uitdaging met 6 knijpers en één hangertje al mijn was op te hangen, terwijl het best waaide, en loshangen onherroepelijk had betekent dat het in Bengaluru wasgoed was gaan regenen... Toen ik dat net voor elkaar had, kwam de dame van de huishouding boven en begon haar deel van de was (beddengoed) weg te halen en op eens werd ik door haar overladen door wasknijpers, waardoor ik als nog alles netjes kon ophangen.

Het was inmiddels 16:40 uur toen ik weer op mijn kamer was, dus kon ik even uitpuffen (boven op het dak sta je natuurlijk vol in de zon) en zat om 17:00 uur klaar, maar... geen br. Anand. Dus ik liep maar zijn kamer. 17:05... geen Anand en op mijn kloppen reageerde hij niet, 17:10 uur... nog niet. Toen klopte ik maar wat harder. Een duf hoofd verscheen om de hoek van de deur, hij schrok en riep "even wachten!" sloot de deur weer... en daar stond ik. Maar dat duurde niet lang. Uiteindelijk kwam hij en rende ik nog naar mijn kamer voor mijn fototoestel). We gingen op pad. Het bleek dat hij wèèr een nacht had doorgehaald om te studeren en net even was gaan liggen. De arme drommel was ingeslapen. Hij studeert veel te hard, dat was me wel duidelijk.

We liepen de andere kant op dan de vorige keer (ik had nog steeds geen idee waar we heen gingen) en troffen op onze weg de dame uit het kerkbestuur (of kerkraad, dat moet ik misschien zeggen) die me afgelopen zondag had uitgenodigd. Dus ja, die afspraak kon nu wel even hard gemaakt en Anand moest me maar brengen. Konden we van de week voor het avondeten komen? "Morgen", zei Anand meteen. O jee, dacht ik... dat kun je haar toch niet aan doen, zo snel. Maar toen wilde zijzelf dat het de lunch zou worden... en zo hadden we een afspraak voor zondag 12:00 uur.
Het weeshuis
Kijk eens aan... de Missionszantrale uit Bonn!

De tribune bij het sportveld met br. Anand (links) en de franciscaner broeder die ons eventjes rondleidde...
De school van de broeders
We liepen verder en we kwamen bij de plek waar we zijn moesten: het terrein van een congregatie broeders franciscanen (dus: derde orde regulier, mannelijke franciscanessen, zeg maar), genaamd Franciscans Missionary Brothers of Congregation of the Missionary Brothers of St.Francis of Assisi (CMSF), een van oorsprong Duitse concregatie gesticht door br. Paulus Moritz. Zij hebben een weeshuis, een school, diverse werkplaatsen waar beroepsopleidingen worden gegeven, een eigen sportveld, etc. Een heel complex dus! Net als bij onze vorige wandeling belde Anand spontaan aan (daarover moesten de broeders van het provincialaat trouwens lachen...). Er was niemand thuis. Toen liepen we het weeshuis maar in. Helaas was het net wastijd, dus ik hoorde veel stemmen, maar zag maar weinig gezichten. Wel troffen we daar een broeder. Het bleek dat Anand zijn ministry hier heeft. Het gaat dus om sociaal werk, zoals ik in het noviciaat naar het Jugendhaus St. Aegidius in Wiedenbrück ging. Maar we waren laat (en het was wastijd), dus we konden niks doen. Wel liet de broeder ons een stukje van het terrein zien.

Daarna wandelen we weer terug. Waarop Amand in een zei: "ik heb geen idee waar we nu zijn...". Gelukkig had ik net een electronicazaak gezien waar Ton en ik nog waren binnengewandeld om prijzen te vergelijken (die dus niets uitmaken) en in plaats van ter plekke een hartverzakking te krijgen, zei ik droog: we moeten straks links en dan rechtdoor. Dat bleek te kloppen.

De kerk is volledig verlicht...

En het parochiecentrum ook...
Teruggekomen bij de kerk bleek de versiering nog verder te zijn toegenomen. Echt... een kerk zo versieren, zouden wij in Nederland nooit doen. Maar... het bevalt me wel. Alles ter ere Gods. Nou ja, inmiddels is het me wel duidelijk dat dit allemaal voor de komst van de relikwieën van Antonius van Padua is, die maandag aankomen. Ter ere van St. Antonius dus.

Toen we weer terug waren kwam één van de andere broedersstudenten, Matt Joe, terug van zijn tekenles. Op Facebook liet hij mij een aantal van zijn kunstwerken zijn. Wauw! Hij nodigde mij uit iets voor het blad, dat de broedersstudenten uitgeven te schrijven en te tekenen. Dat eerste is oké, maar dat tweede. Ik geloof dat hij denkt dat ik ook een geweldig tekenaar ben. Nou. We zullen zien.

Die avond lichtte ik de communiteit in dat ik er de volgende dag met de lunch niet zou zijn. Ze moesten er om lachen: ik ben niet de eerste en zeker niet de laatste die door deze dame wordt uitgenodigd.

Dag 13 (Zondag) shock op (culture) shock
Zondagochtend ik mocht ik weer uitslapen m maar ik was om 07:00 uur (wat toch 1 uur en 45 minuten langer is dan de andere ochtenden) was ik klaar wakker. Dus ben ik maar opgestaan en ben Wie is de mol? gaan kijken. Wat dus de eerste shock van deze dag was, kunnen de volgers van Wie is de mol? wel raden.... maar genoeg daarover.

Ik heb daarna ontbeten en ben naar de 09:30 uur Mis gegaan. Een kinderdienst. Er zong een kinderkoor. Erg leuk! Voor de rest vond ik er weinig voor kinderen aan. Ja, de pastoor begon zijn preek met een verhaaltje over een jongetje dat heel erg graag een circus wil zien. Dat was zijn voorbeeld om aan de kinderen Jezus' Transfiguratie uit te leggen. Om heel eerlijk te zijn: ik snapte er niks van. Is dat nou mijn Engels? De rest van de preek bevatte zoveel moeilijke woorden dat ik nog meer begon te twijfelen... maar goed. Aan het eind van de mis werden prijzen verdeeld. De vorige week hadden de leerlingen van de zondagschool hun examens gemaakt en de besten kregen nu een prijs. Dat duurde even. Er waren namelijk 10 niveauklassen, 4 prijzen per klas (1e, 2e, 3e en een eervolle vermelding) en bij de meeste klassen waren er wel één of twee kinderen gelijk geëindigd. Er was zelfs een klas met: 3 eerste prijzen, 3 tweede prijzen, 2 derde prijzen en 3 eervolle vermeldingen. Euhm. Volgens mij kregen ze allemaal een prijs. Wat natuurlijk wel zo leuk is, maar... het duurde en duurde en ik kreeg pijnlijke handen van het klappen.
Clara in de San Rufino, Assisi
Na de Mis waren mijn handen weer nodig. Voor het eerst kwamen er (een stuk of 15) mensen op me af die gezegend wilde worden. Tja. Beste mensen... er staat bij mij geen stroom op, hoor, maar oké dan. Iedereen mag zegenen, dus oké. En ik pak de mooie zegen van Clara. Die zegen is prachtig,= franciscaans en niemand mag zeggen dat ik hem niet mag gebruiken, aan gezien ik 100% zeker ben dat Clara ook geen priester was :-D, maar wel heilig is geworden. Oftewel:

De Heer zij altijd met u en moge Hij geven dat u altijd met Hem zijt! 

En ach, het doet de mensen goed... dus waarom niet?

Na de Mis ging ik even naar m'n kamer afkoelen want zowel in de kerk als voor de kerk was het heet. Daarna ging ik op zoek naar Anand. Zowel tijdens als direct na de Mis was de dame naar me toegekomen om me aan onze afspraak te herinneren.

Na heel lang zoeken vond ik om 12:00 uur Anand. Hij had onverwachts bezoek gekregen. Maar hij had ze gezegd geen tijd te hebben. Nou ja, ze mochten wel mee. Maar dat wilden zij niet. Ik vond dat best sneu voor hem. Maar we gingen op weg en waren slechts een kwartier te laat. We werden binnen gelaten door de portier en met de lift naar de derde etage gebracht. Het duurde even voor ze open deed. Onze excuses waren overbodig en ze liet ons binnen.

Culture shock... (ik wist dat ik deze nodig zou hebben...)
Tja... en toen kreeg ik m'n eerste echte cultuurshock van deze reis.
En natuurlijk niet vanwege de armoede, maar vanwege de rijkdom. Hemeltje lief. De hoofdruimte (woon/eetkamer) van het appartement was denk ik drie of vier keer zo groot als onze Megense refter. Zeg maar ongeveer de Megense kloosterkerk, alleen iets smaller en op de normale hoogte voor een kamer. Er stonden gewoon drie zithoeken in (wat moet je in hemelsnaam met drie zithoeken?, dacht ik). En het stond en hing vol kunst, kasten vol serviezen en glaswerk.

We liepen naar de middelste zithoek. Vandaar uit kon je de eettafel zien en ik zag dat er al borden, bestek en warmhoudpotten klaarstonden. Maar zover was het nog niet. We moesten gaan zitten en meteen kregen we een bord kroepoekchips en een glas cola. Ze kwam aan met wat gebraden kippenpootjes. Zowel Anand als ik voelden ons niet echt op ons gemak. De dame (ze heet Joy geloof ik) vertelde en vertelde... dat ze uit Goa kwam en dus ook vloeiend portugees spreekt. Over waar ze wel niet allemaal was geweest, zowel binnen als buiten India ("Nederland is zo mooi, jij moet ook eens naar Nederland" (tegen Anand, die dat volgens mij wel wilde, maar niet zo een twee drie zag gebeuren - "kunnen we regelen!", zei ik), dat haar man een goede business had gehad en dat haar jongste zoon ("ik heb er twee en ook een dochter") dat had overgenomen. Haar oudste had in Australië gestudeerd, nu weer terug en na een paar jaar een goede baan te hebben gehad zijn baan had opgezegd ("ik was kwaad!!") en nu een fitnessschool aan het opzetten was ("nou ja, als hij maar gelukkig is!") en dat haar dochter getrouwd was. En dat ze al heel lang contact had met de broeders ("ik heb de eerste Nederlanders zien komen! Stel je voor er stonden in deze wijk nog maar 10 huizen en het klooster")

Ze vroeg naar mijn en Anands thuissituatie. Die vertelde nu een veel somberder verhaal dan hij mij had verteld... dat past op zich wel bij het feite dat Jharkhand (wat trouwens struikland of 'land van het bos' betekent) de armste regio is. Ik zal het jullie besparen; sowieso vind ik het niet netjes het zomaar te delen. Tot slot vertelde ze dat normaal de kinderen allemaal op zondag kwamen eten, maar dat het deze zondag niet ging lukken. Prompt ging de bel. Ja, in plaats daarvan had ze - let op - de schoonzus van haar dochter met haar gezin (man, tweeling (jongen/meisje) van 6,5 en dochtertje van 8 maanden) maar uitgenodigd. Onderhand waren we al een uur binnen en toen... gebeurde wat de broeders al voorspeld hadden: dat eten op tafel was niet de lunch... nee, we werden naar buiten gebracht, in de auto gezet en... gingen uit eten. Toevallig in hetzelfde Chinese restaurant als waar ik al met de broeders had gegeten.

Amand en ik reden met haar man mee en zij ging met het gezinnetje. Wij kwamen als eerste aan en haar man ging verder op parkeren. Stonden we daar. Dus ik maakte de grap (en voor het eerst heb ik Anand zien schaterlachen): "die zien we niet meer. Ze laten ons hier gewoon staan". Maar nee, een paar minuten later kwamen ze aan.

Ik blijf het ongemakkelijk vinden - het was de vorige keer ook zo - dat de obers je in het restaurant opscheppen. Op een gegeven moment was ik er klaar mee en pakte zelf een schaal (dat was oké), schepte iets op en toen wilde ik Anand opscheppen. Die schrok er van, maar vond het wel grappig. Na het eten namen we afscheid en we liepen weer naar het klooster terug.

Toen moest ik echt weer even rusten (het is warm de laatste dagen, hoewel de temperatuur niet gestegen is) en toen ben ik aan dit blog begonnen. Vanavond ben ik als enige hier, dus moet ik bij de broedersstudenten eten, kwam br. Baptist, de gardiaan me net zeggen. Prima...

Tot zover weer!


vrijdag 23 februari 2018

Dag 9, 10 en 11 - Wandelen, verjaardagen en okra's snijden...




De tijd begint te vliegen. Er zijn alweer drie dagen voorbij sinds mijn vorige blog. De afgelopen drie dagen leken een beetje op elkaar. Grofweg: opstaan, ochtendgebed, eucharistie, anderhalf uur vrij, werken in de gaarkeuken, twee uurtjes rusten (en een boel Facebooken), theetijd en daarna weer vrije tijd tot aan het avondgebed en het avondeten en daarna naar bed. De vrije tijd gebruik ik steeds om te lezen in mijn boek Les Misèrables op een bankje op één van de open gaanderijen (lekker in de schaduw). Toch hadden de afgelopen dagen allebei iets bijzonders.

Dag 9 dinsdag - Christ University


Wapen van CHRIST University
Op dinsdag zat ik vanaf een uurtje of 16:45 uur lekker te lezen toen één van de broederstudenten (zoals dat hier heet, sommige zijn namelijk nog junior, anderen al eeuwig geprofest), br. Anand, op mij af. Anand was de broeder waarmee ik vorige week vrijdag voor de kerk had staan praten - ja, voor het flauwvallen dus. Hij vroeg me of ik zin had om een stukje te wandelen. Het was inmiddels tegen 17:45 uur. Zeker wel!

Ik bracht snel mijn boek naar mijn kamer en daar gingen we. (We waren nog niet weg of ik dacht: oeps (nou ja zoiets, maar dan ongekuist dus ;-)) mijn camera vergeten). Gelukkig hebben we Google...Hij wilde mij de campus van de universiteit - Christ University - laten zien waar de broeders theologie (of in zijn geval filosofie) studeren. Het is een minuut of 15 lopen vanaf de communiteit (1,3 km, maar ja... dat Indiase verkeer, hè). Het is een enorme campus, met flink veel gebouwen, een botanische tuin, een boerderij, wat huisjes van personeel, een minimodel (n soort Madurodam, maar dan minder gedetailleerd) van het Heilig Land en... een gaarkeuken. Er zijn dus op ongeveer 1,5 km van elkaar twee goedlopende gaarkeukens...

Een deel van de universiteitscampus
Onderweg sprak een studente mij aan of ik 'een uitwisselingsstudent' was. Nee. En een medestudent van Anand vroeg me of ik een medebroeder van Anand was. Ja. Opvallend vond ik dat opleidingen vaak over meerdere gebouwen verdeeld waren, waarbij in (laat ik maar zeggen) gebouw 1 studenten van het eerste jaar zaten, om dan in gebouw 2 van dezelfde opleidingen de studenten van jaar 2 te hebben en het derde gebouw de derdejaars studenten. Het is een private universiteit, die nog in handen is van de oprichters: de The Carmelites of Mary Immaculate (C.M.I.) een een Syro-Malaba-katholieke orde (de Syro-Malabar-Katholieke Kerk is de oerkerk van India (die zegt terug te gaan op de apostel Thomas en die met de kerk van Rome geaffilieerd is. Het is de eerste katholieke religieuze congregatie die in India is gesticht. Overigens officieel staat er op de borden overal: CHRIST (deemed to be an university) oftewel CHRIST (wordt beschouwd als universiteit). Ik vermoed dat dit met de privéstatus te maken heeft. Het is één van de topuniversiteiten van India.

Op een bankje voor een beeld van Maria heb ik nog even zitten praten met Amand. Binnenkort doet hij zijn eeuwige professie. Hij wil in het sociale werk. Op eens ging er mij een lichtje op. Sekar had verteld dat de (weinige) broeders die er voor kiezen om lekenbroeder (dus geen priester) te blijven filosofie studeren in plaats van theologie. Er was (Sekar parafraserend) nu in Bengaluru één broeder die aangegeven had lekenbroeder te willen blijven. Dat was dus Anand. Ik wist al dat hij afkomstig was uit de deelstaat Jharkhand (in het noordoosten van het hoofddeel van India, westelijk van Kolkata/Calcutta) - dat is de armste regio van India. Hij heeft één oudere broeder (hey, waar ken ik dat van? ;-) ) en die werkt op de boerderij van zijn ouders. Amand is 27. Het is maar goed dat hij dit niet kan lezen (Sekar... niet doorvertellen! ;-)) maar hij oogt veel jonger. Als je had gezegd hij is 18 of 19, dan had ik het ook geloofd.
We liepen weer verder en plotseling hield hij halt voor een klooster van de Montfortanen ("hier wonen de Montfortanen") en belde aan. Ik dacht... wat doet hij nou??? Maar we werden binnen gelaten en hij vroeg naar één van de bewoners. Na een tijdje verscheen een leeftijdsgenoot - Lucas. Het bleek een klasgenoot te zijn van Anand. We hebben eventjes in de hal gezeten, alle drie een beetje met ons mond vol tanden. Er kwam niet echt een gesprek op gang, helaas. Toen liet Lucas ons nog hun kapel (mooi, maar eenvoudig, met centraal het beeld van hun stichter Louis-Marie Grignion de Montfort en (veel groter) een beeld van Maria - logisch hun spiritualiteit is sterk marianisch).

Daarna wandelden we verder door enkele kleine straatjes. Op eens bood hij me wat te drinken aan. Op mijn "ik betaal" wilde hij per sé niet in gaan. Waarover ik me best schuldig voelde. Ik met m'n reguliere zakgeld en hij... hij krijgt hooguit soms iets toegestopt door mensen die vragen of hij hen wil zegenen. (Overigens is mij die vraag ook al een aantal keer gesteld. Ik diep dan telkens de Zegen van Clara op. Die vind ik erg mooi en ik kan me er geen bult aan vallen...). Gewapend met allebei een ijskoffie liepen we verder. We kwamen langs een sober, relatief nieuw flatgebouw. Anand vertelde dat dit een voormalige slum was. Ik had al begrepen dat 'de oplossing' die de staat biedt voor de slums is ze te ontruimen, op die plaats een simpel - kaal betonnen - appartementencomplex te bouwen en daar de ex-slum­bewoners. Er te huizen met een "zo, nu woon je niet meer in een slum, dus niet meer klagen". Tja. Leuk bedacht, maar nu zetten deze mensen met nog steeds geen nagel om hun gat te krabben met het hele gezin in een eenkamerwoning op het kale beton...

Om 18:30 uur waren we weer terug. Mooi op tijd voor het avondgebed (hij in de kapel van de Bonaventuracommuniteit en ik in die van de Thomascommuniteit). Ik nam afscheid van Anand met een omhelzing (een brassa zouden de Surinamers zeggen) die hij wat aarzelend beantwoordde. Tot slot zei ik hem dat we gauw nog eens moesten wandelen ("ja, leuk!") en dat ik dan op iets te drinken zou trakteren (met een verlegen glimlach tot gevolg).

De rest van de avond liep als gepland.

Dag 10 woensdag - Twee keer happy birthday
Ook woensdag dacht ik, deze dag verloopt volgens het plan zoals boven omschreven. Nou ja, ik hàd de afspraak staan om met fr. Baptist mee te gaan naar de mis bij de FMM-zusters. Maar... hij ging op de motor en was vergeten voor mij een helm mee te nemen, dus ging het helaas niet door. Maar daarna had ik dit idee. Niet dus. Ergens tijdens de dag spraken twee van de broederstudenten mij aan "Fr. John Sekar zegt dat je vandaag gaat verhuizen en wij moeten je helpen!" "euhm...?" Stond ik daar even met mijn mond vol tanden. Ik wist van niks. Dus ik zocht contact met Sekar. "Als je wilt kan dat inderdaad. Er is nu in onze vleugel een kamer vrij. Ga maar kijken of je dat wilt". Daarop vroeg ik: "welke kamer is het?" "Vraag maar aan br. Salvadore". En daar blijf het bij, want tot op moment van schrijven (ruim een dag later) heb ik de bewuste broeder (nota bene een van degene die mij aansprak!) niet meer gezien; zelfs niet bij het ontbijt van donderdag. Wel weet ik van alle planningen van de broederstudenten die er hangen dat hij de gastenbroeder van het hele complex (de drie communiteiten, dus) is. Kom op, collega! Duik eens op! Ik heb m'n spullen al gepakt...

's Avonds in het avondgebed, dat speciaal voor de gelegenheid door Baptist was gepersonaliseerd, vierden we de verjaardagen van fr. Xavier (de definitor die nog steeds hier logeert) en (met terugwerkende kracht) die van fr. Praveen (de minister-provinciaal). Het had wel wat, zo'n gepersonaliseerd avondgebed, maar het was ook rommelig. En ik kreeg een liederenboek in handen waaruit ik pagina 6 nodig had... en de eerste 6 pagina's waren er uitgescheurd...

Tijdens het - voor de gelegenheid - uitgebreide avondmaal werden de verjaardagen voortgezet. Bijzonder om mee te maken! Als toetje hadden we de verjaardagstaart. Die had een bijzondere smaak, maar ik kan het niet echt thuis brengen. De maaltijd draaide uit op een soort recreatie. Overigens zei de provinciaal dat ik qua doen, laten en spreken sprekend op mijn eigen provinciaal - Rob Hoogenboom, dus - leek. Ik weet niet Rob of dit voor jou nou een compliment of een belediging is ;-). Dus ik lag wat later in bed dan gebruikelijk.

Dag 11 - Rust nodig... net nu er schoolfeest is
Okra's of Lady fingers, doorgesneden een vijf-puntige ster
Ik dus wat minder uitgerust dan gebruikelijk op. Wat trouwens nog steeds relatief is... want: au; ik ben nog steeds niet gewend aan die harde bedden (metalen plaat, matras van 5 cm) hier. In de gaarkeuken liep het dus eventjes "mis". Na anderhalf uur (!) snijden van die sperzieboonachtige groente - waarvan ik nu weet dat ze Okra (of - en dat vind ik wat luguber: Lady Fingers) heten, kon ik even gaan zitten de gebruikelijke koekjes eten. Onder veel gelach van de medewerkers van de gaarkeuken meldde ik me nietsvermoedend een klein uurtje later weer.... ik was op de stoel in slaap gevallen. Oeps! Gelukkig was dit het kookuurtje waar ik toch niet zoveel kan betekenen, maar er was aardig wat hilariteit onder de medewerkers. Gelukkig kon ik gewoon nog met de potten sjouwen, zelf even eten en eten uitdelen!


Vlaggetjes voor de kerk... van cellofaan, dus schitteren dat ze doen!!!
Ik was na de dienst nog steeds wat duf en als ik één dag toe was aan een tukje was het vandaag wel. Helaas... de school van de broeders heeft schoolfeest. Het boemt en dendert hier dus van de muziek en de uitgelaten scholieren. Voor de kerk hebben ze trouwens allerlei vlaggetjes opgehangen... de een zegt dat ze voor het schoolfeest zijn, de tweede voor de vastenretraite rond 'in keer en boete doen' (wat ik een gekke combinatie vind, maar oké) en de derde zegt dat het ter voorbereiding is van de komst van twee relikwieën van St. Antonius van Padua die hier heen gaan komen over een paar dagen.

Vooralsnog loopt de rest van de dag rustig voor mij. Maar ssst... je kan nooit weten. Misschien duikt br. Salvadore zo nog op en is het in eens toch verhuistijd.

Het geeft me nog wel wat ruimte enkele zinnen te wijden aan de 'klanten' van de gaarkeuken. Net Zoals bij de Nederlandse voedselbank... er komt hier van alles: man, vrouw, jong, oud, christen, hindoe, moslim (er wordt nergens naar gevraagd - zoals het franciscanen betaamd), traditioneel gekleed, westers gekleed. Ik vind het soms schrijnend te zien hoe een vader of een moeder met een kleintje binnenkomt... kleutertjes soms nog of in de basisschoolleeftijd. Ze komen niet boven de balie uit. Zie je in eens een handje boven de rand uitsteken waar je een bord eten in moet stoppen. Dan kan ik wel janken! (Sterker nog de tranen rollen over mijn wangen als ik dit schrijf). Dat is toch eigenlijk ongehoord?!

Er zitten opvallend ook een hoop jongens (en enkele meiden) van rond de twintig tussen; enkelen hoog opgeleid... ze dachten het te gaan maken in de grote stad. Niet dus. Een vaste bezoeker is ook de priester van de Hindoetempel om de hoek. Het eten dat hij daar krijgt aangeboden kan (of mag? Dat is me niet helemaal duidelijk) hij niet eten. Natuurlijk is ook hij van harte welkom, dat staat buiten kijf. Maar stel je voor dat een Nederlandse pastoor of dominee om eten moest gaan bedelen bij een moskee/imam? Of andersom, de imam bij een kerk? Wij zouden dat nooit zover laten komen... ik snap het eerlijk gezegd niet helemaal... 80% is hier hindoe. Is er geen een die de priester een bordje eten kan toestoppen?

Ik zie trouwens best wat parallellen tussen het Frankrijk van begin negentiende eeuw uit Les Misèrables en het India van begin eenentwintigste eeuw...

PS Dit keer maar een schamel aantal foto's, sorry!