zaterdag 17 februari 2018

Dag 4 en 5: Goede tijden, slechte tijden

Als je aan een reis begint, dan hoop je vooraf alleen maar hoogtepunten mee te maken. Maar je verstand zegt je, dat dat natuurlijk nooit kan. Natuurlijk: het bezoeken van een slumb kun je moeilijk een hoogtepunt noemen, maar toch.

Gisteren - dag 4 - heb ik zoals jullie konden merken lekker rustig zitten bloggen, facebooken en zelfs (begin van de avond hier, begin van de middag bij jullie) eventjes kunnen skypen met mijn moeder. Ondertussen kreeg ik de vraag van Sekar of ik de volgende ochtend (zaterdag dus) al naar Palmaner wilde vertrekken, want nu zou er een auto gaan met twee Italiaanse broeders (die hier waren voor een vergadering rond Vorming & Studie en de gardiaans in Peravoor en nu ook naar het aspiranten/noviciaatshuis wilden). Volgens plan zou ik eigenlijk maandag gaan - per bus, begreep ik nu en niet met de auto zoals in de planning stond). Prima! Vanavond wat kleding wassen en mijn tas pakken en dan de volgende ochtend na het ontbijt naar Palmaner. So far, so good!

Helaas. Het liep anders. Even vooraf een waarschuwing: Ik hoop dat jullie allemaal van het vervolg van deze blog niet schrikken, want als je iets opschrijft wordt het altijd groter en erger dan het is.

De kruisweg
Om 19:00 uur lokale tijd was er in de kerk 'de Kruisweg', zoals wij die alleen kennen op Goede Vrijdag, maar hier elke vrijdag (in meerdere talen na elkaar) 'gelopen' wordt. Op weg daar naar toe ontmoette ik de eerste broeder-in-vorming (eerste jaars theologie). We (hij, Ton en ik) hebben even staan praten. De Italiaanse broeders kwamen er toen ook bij. Wij (de Italianen, Ton en ik) maar werden toen opgehaald door o.a. de provinciaal fr. Praveen Henry D' Souza en Sekar om kennis te maken met de pastoor van de parochie. Dat was een goede ontmoeting. Menig Nederlands pastoor zou jaloers zijn op zo een kantoor!!! Daarna gingen we de kerk in. Ik deelde een bank met de twee Italiaanse broeders, ik en Ton (deze rare volgorde van noemen is de volgorde van zitten). Nu kan ik vertellen waaren "gelopen" tussen aanhalingstekens stond: we bleven in de banken. Twee lectoren deden om en om de gebeden, de lezingen, etc. en tussendoor werden de bijpassende scenes uit de film The Passion of the Christ getoond. Ja, die bloederige met Mel Gibson eerder. Ik dacht terug aan de rondleiding die Sekar gegeven had. De Jezus aan het kruis in de kerk is de 'verrezen Jezus'. Dat vinden de mensen maar niks, ze willen zijn lijden zien. Dit dus. Ik heb die film nooit willen zien. Ik kan daar niet tegen. Ik trek me (als 4 in het enneagram, voor wie dat iets zegt) emoties van anderen heel erg aan en heb de neiging ze over te nemen. Dus rolden de tranen over mijn wangen bij het zien van de ontmoeting tussen Jezus en zijn moeder, het uitkiezen van Simon van Syrene (die daarbij losgerukt wordt van een meisje - ik denk zijn dochtertje), het in beeld komen van Johannes de Apostel. Om heel eerlijk te zeggen: tegen onze normale kruisweg op Goede Vrijdag kan ik al slecht... Maar oké. Lands wijs, lands eer. Ik laat me niet kennen. Ondertussen zaten we de hele tijd geknield. Ik had al een paar keer de stand van mijn knieën ligt veranderd en wilde ontzettend graag gaan zitten. Ik hield het niet meer. Maar ik dacht... dat wordt niet gewaardeerd en (ja, ik ben van de domme gedachtes) zeur niet zo. Wat stelt dat kleine uurtje knielen nou voor in vergelijking met de kruisiging van Christus. Ik voelde mijn maag. Een beetje onbestendig gevoel: niet leeg, niet (over-)vol, niet misselijk... maar een gevoel van "hé, hier ben ik hoor: je maag". Het was verschrikkelijk warm in de kerk - en ik had natuurlijk mijn oij aan. Het laatste wat ik zag was (later hoorde ik... wat toepasselijk) was de laatste woorden van Jezus aan het kruis. Toen werd het grijs voor mijn ogen, hoorde ik het bloed door mijn oren gieren en het volgende moment zag ik een wit plafond, een draaiende ventilator en het gezicht van een minderbroeder. Eerste gedachte: "Hé, wat leuk een franciscaan. Wat doet die nou hier". Zijn vraag: "are you okay?" Tweede gedachte: "Ja, natuurlijk. Stomme vraag. Waarom is hier eigenlijk een broeder?" Toen hoorde ik dezelfde vraag van de andere kant (de bovenkant van mijn beeld) nog een keer in het Nederlands. Derde gedachte: oh, ze praatten hier Nederlands. Gelukkig. De Italiaanse broeder en Ton hesen mij de bank in. (Later zou ik horen dat ik achterover wat geklapt en dat de benen van Ton mij hadden opgevangen. Ik maakte ondertussen epileptische bewegingen en dat ze me in mijn gezicht hadden geslagen om mij bij te krijgen).

Om ons heen was een hoop beroering ontstaan natuurlijk. Ik wist inmiddels weer waar ik was, maar had nog niet door wat er gebeurd was. Ik schaamde me dood. "Wil je naar buiten?" vroeg de Italiaanse broeder. "Ja". Ik maakte gelijk een opstaan beweging. "Ho, niet zo snel... rustig aan". Ik werd weer teruggedouwd. Kort daarop ben ik met de hulp van Ton (mijn Simon van Syrene, dach ik - wat heeft een mens op dat moment rare gedachtes, zeg) naar buiten gelopen. Best een endje. Naar een stoel van een bewaker. Direct kwamen er mensen (waaronder de bewaker) aanlopen met water. Ondertussen was de viering over en werd Sekar opgehaald. Die bracht me naar de communiteit. "We gaan zo eten", hoorde ik zeggen. Hè, jakkes. Dat moest ik net niet hebben. Ondertussen kwam er iemand aangerend met een glas water met daarin zout en suiker. Dat heb ik opgedronken.

De foto van gisteren; St. Johns Hospital is een heel complex...
Helemaal (wat een weg, wat een weg...) aangekomen in de refter. Trof ik daar o.a. de Italiaanse broeders weer. "Dus jij wilt met ons mee naar Palmaner morgen, hè?" "Dat wàs wel het plan", reageerde ik. Ik trok met moeite mijn pij uit. Toen vroeg Sekar: "wil je hier blijven, of wil je naar het ziekenhuis?" "Ziekenhuis". Ja. Ik appte gisteren hier en daar een fotootje door van het academisch ziekenhuis St. John door. Niet wetende dat ik er enkele uren later op de spoedeisende hulp zou liggen...

Naar het ziekenhuis
Op mijn verzoek haalde Ton snel mijn inentingenpaspoort. En Sekar bracht me naar de auto. Ton kwam ook en we gingen naar het ziekenhuis. Met normaal verkeer zou je er in een minuut of 3 zijn, in Indiaas verkeer duurde dat iets langer. Aangekomen in het ziekenhuis ging het zo snel: een zuster deed de intake. Sekar had een zuster (als in religieuse) gebeld. Blijkbaar heeft zij er invloed: toen zij arriveerde werd ik direct opgewaardeerd, op een brancard gelegd en naar een grote zaal gebracht met allemaal acute gevallen. Er wordt bloed afgenomen om mijn bloedsuiker en alles te meten, mijn bloeddruk werd gemeten en uiteindelijk kreeg ik via een infuus twee zakken 'suikerwater' (geen idee hoe dat officieel heet). Mijn bloedsuiker was namelijk heel laag. Het glas zout/suikerwater had hem iets opgekrikt naar 8,8 MMol, dus zal het op het daarvoor maximaal 8 zijn geweest. Ik ben in die termen niet thuis; maar dat het niet goed was, merkte ik wel.

Ik heb heel wat mensen voorbij zien komen... zusters, dokters, etc. etc. Ik weet het niet meer precies. Ik heb verschillende malen mijn verhaal gedaan. Of beter: vooral Ton. Zo blij dat die erbij was! Die had er Ik weet alleen dat ik zoveel mogelijk mijn ogen dichthield: ik was moe en ik lag recht onder een lamp. Ik wees ook nog even op mijn linkervoet.

Dat moet ik even uitleggen: ik spuit/smeer goed met DEET, maar dat werkt niet op mijn linkervoet. Daar ben ik meerdere malen gestoken de afgelopen dagen. Omdat ik er toch wat aan gekrabt had, had ik er van de week een pleister opgeplakt. Het resultaat: een bloeduitstorting en een dikke voet. Maar het doet en deed verder geen pijn. Mijn voet werd bekeken. En er werd geconcludeerd dat het onschuldig was (en dat ik de komende dagen mijn sandaal losjes moet aandoen.

Toen de twee zakken suikerwater er in zaten (evenals een glas lauwwarm limoensap; maar mijn keel werd daar wel vrolijk van.) werd ik ontslagen uit het ziekenhuis met vier adviezen:

- Rust goed uit;
- Eet goed;
- Slaap vannacht niet alleen;
- Je mag een week niet reizen.

Toen ik op de rand van de brancard zat, kreeg ik nog de vraag of ik naar de broeders wilde of toch liever een nachtje hier. Doe maar naar huis....

Weer thuis
Thuis gekomen ben ik naar mijn kamer gebracht en heeft Sekar nog voor eten gezorgd (ook al was het 23:00 uur). Via de magisters was geregeld dat één van de theologiestudenten, br. Emmanuel, vannacht bij me zou slapen op de vloer (de arme jongen, dacht ik nog, maar ook - weer een gekke gedachte: mijn beschermengel). Toen ik even alleen was heb ik gauw via Whats app mijn ouders gebeld (die zaten te eten) en br. Theo en br. Loek gemaild. De communiteit en mijn ouders moeten dit niet uit mijn blog halen, natuurlijk!

Ik heb nog even met hem zitten/liggen praten. Ik snap wel dat het voor hem ook spannend was om met een onbekende te slapen. Hij was mijn buurman. Langzaam druppelde het besef binnen dat ik in de Saint Bonaventure friary oftewel de communiteit van de theologiestudenten en hun drie magisters slaap. Emmanuel is 24 jaar. Oh, zei ik, dan ben ik maar 5,5 jaar ouder. Ik vertelde wat over mijn thuissituatie (enige verschil met hem: ik heb een broer, hij heeft een zus). We hebben onze roepingsverhalen uitgewisseld en hij vroeg of we konden contacten op Facebook (heb ik dus inmiddels gedaan. Hij blijkt echt uit Bangaluru te komen. Nog een overeenkomst: Beverwijk is ook met een B 😜). Hij zei nog dat hij om 06:00 uur weg moest, omdat er een speciale mis was. Daarna zijn we gaan slapen.

Dag 5
Ik sliep als een roosje :-). Om 06:00 uur verliet Emmanuel, zoals gepland, me. Ik moest even naar het toilet. Die is, denk ik, 3,5 meter max van mijn bed. Maar jeetje... wat was ik na die tijd moe en ik had hoofdpijn (maar dat kan ook door het kleine, harde kussentje komen...). Ik viel weer in slaap. Tot Sekar met ontbijt kwam. Overigens gingen zowel het eten van gisterenavond erin omdat het moest. Mijn maag gaf signalen af van "hoef niet! Laat me met rust!" Maar gelukkig bleef het daarbij. Om een uurtje of 11 (ik was weer gaan slapen) kwamen Sekar met de halve communiteit (3 broeders dus, waaronder de provinciaal) binnen vallen om te vragen of het ging. En een bakje banaan brengen. "Je moet goed eten, vooral veel suiker". De provinciaal vroeg of ik bang was. "Een beetje', gaf ik eerlijk toe: "niet nodig, joh! Het komt goed" (Loek, nu moest ik even aan jou denken... al is die vergelijking 359° scheef...). Ze wilden graag dat ik bij het middageten gewoon naar de refter zou komen (weer die lange weg... oké 75 meter??? Maar voor nu: lang). Sekar haalde me op (in de tussentijd weer geslapen) en na het eten (wat er ook weer in ging "omdat het moest"), bracht hij me weer terug.

Een streep door de plannen
Hij zei toen: "we zien wel wat we over een week doen. Als je liever hier blijft, en niet gaat reizen is dat ook goed: je kunt helpen in de gaarkeuken en zo. Er is hier genoeg te doen". Er staat dus voorlopig een streep door de plannen. Daarna ben ik weer gaan rusten tot drie uur. Toen ben ik aan dit blog begonnen.

Tot dinsdag mijn kamer (twee linkerramen; rechter raam is van Emmanuel)
Tja. Zo loopt het in eens allemaal anders. Nog een week minstens blijft Bengaluru mijn thuis. En tot dinsdag blijft mijn kamer mijn kamer. De Italianen blijven een nacht langer. Nou ja. Ik zie het nou toch niet zitten om te verhuizen.

Lieve mensen... de vermoeidheid is al aan het zakken. Alles samenvattend zijn de afgelopen weken (14 dagen hard werken om allerlei zaken af te hebben, een cursusweekend, een vertraagde vliegreis (en dus weinig slaap), alle Indiase indrukken en twee nachtelijke reizen van en naar Chennai) samen met de hitte, de emoties van de kruisweg en het lange, lange knielen), mij even te veel. Ondanks alle goede adviezen van iedereen ten spijt (maar wat had anders gekund?) Maar... het is gelukkig allemaal niet ernstig.

We zien wel hoe het verder loopt! O ja, en zoals de provinciaal zei: "'t is ook een ervaring. Jij hebt nu een Indiaas ziekenhuis van binnen gezien!" Het St. Johns is een academisch ziekenhuis, met naast het ziekenhuis ook een opleidinsginsituut (universiteit) en een onderzoekscentrum (met opleidingen). Het behoort tot de topziekenhuizen van India.

Nog minstens een week mijn standplaats: Bengaluru

Mijn uitzicht tot dinsdag. Ter oriëntatie: het gebouw rechts, is op de vorige foto het gebouw links.


 

6 opmerkingen:

  1. heel veel sterkte en rust goed uit hier denk ik aan jou en bid voor jou

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik wens je heel veel beterschap Hans-Peter, laat broeder ezel je maar even halt houden, dan heb je ook meer tijd om alle indrukken te verwerken hé. We bidden voor je. Zr. Sabine en medezusters

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Dag zr. Sabine en medezusters,

    Dankjulliewel! Ik ben al weer een eind op de goede weg. Moet nog wel alles rustig aan doen. Ik wist niet dat ochtendgebed-Eucharistie-ontbijt-rondje lopen door de tuin zo vermoeiend kon zijn :-p. En aan de warmte ligt t niet... Zo vroeg (08:15 uur) is het nog maar 17°... Maar het gaat langzaam steeds beter...

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Beterschap! En laat die multi resistente bacteriën alsjeblieft in India. Die uit India zijn hier erg berucht en zijn niet welkom. ;)
    Het bijkom verhaal van het flauwvallen klinkt iets te bekend. Zo'n onwerkelijk gevoel en het duurt eng lang voor je hersenen je weer bijgepraat hebben.
    Ik hoop dat je over een week je weer een stuk beter voelt en toch nog wat meer van je omgeving kan zien.
    (Ja, ik lees de blog in etappen... mevrouw dyslect vind het moeilijk zo lang te aandacht erbij te houden. :P)
    Groetjes,
    Marieke

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Hi, ja ik ben niet zo dyslect vriendelijk. :-p Sorry. Maar je bent nu bij. Hoewel... Met n beetje geluk komt mijn volgende post vandaag online. Ik ga mn best doen buiten wat souvenirs niks mee te nemen... Anders gooi ik ze er op de terugweg wel boven de Arabische Zee uit...

      Verwijderen