vrijdag 23 februari 2018

Dag 9, 10 en 11 - Wandelen, verjaardagen en okra's snijden...




De tijd begint te vliegen. Er zijn alweer drie dagen voorbij sinds mijn vorige blog. De afgelopen drie dagen leken een beetje op elkaar. Grofweg: opstaan, ochtendgebed, eucharistie, anderhalf uur vrij, werken in de gaarkeuken, twee uurtjes rusten (en een boel Facebooken), theetijd en daarna weer vrije tijd tot aan het avondgebed en het avondeten en daarna naar bed. De vrije tijd gebruik ik steeds om te lezen in mijn boek Les Misèrables op een bankje op één van de open gaanderijen (lekker in de schaduw). Toch hadden de afgelopen dagen allebei iets bijzonders.

Dag 9 dinsdag - Christ University


Wapen van CHRIST University
Op dinsdag zat ik vanaf een uurtje of 16:45 uur lekker te lezen toen één van de broederstudenten (zoals dat hier heet, sommige zijn namelijk nog junior, anderen al eeuwig geprofest), br. Anand, op mij af. Anand was de broeder waarmee ik vorige week vrijdag voor de kerk had staan praten - ja, voor het flauwvallen dus. Hij vroeg me of ik zin had om een stukje te wandelen. Het was inmiddels tegen 17:45 uur. Zeker wel!

Ik bracht snel mijn boek naar mijn kamer en daar gingen we. (We waren nog niet weg of ik dacht: oeps (nou ja zoiets, maar dan ongekuist dus ;-)) mijn camera vergeten). Gelukkig hebben we Google...Hij wilde mij de campus van de universiteit - Christ University - laten zien waar de broeders theologie (of in zijn geval filosofie) studeren. Het is een minuut of 15 lopen vanaf de communiteit (1,3 km, maar ja... dat Indiase verkeer, hè). Het is een enorme campus, met flink veel gebouwen, een botanische tuin, een boerderij, wat huisjes van personeel, een minimodel (n soort Madurodam, maar dan minder gedetailleerd) van het Heilig Land en... een gaarkeuken. Er zijn dus op ongeveer 1,5 km van elkaar twee goedlopende gaarkeukens...

Een deel van de universiteitscampus
Onderweg sprak een studente mij aan of ik 'een uitwisselingsstudent' was. Nee. En een medestudent van Anand vroeg me of ik een medebroeder van Anand was. Ja. Opvallend vond ik dat opleidingen vaak over meerdere gebouwen verdeeld waren, waarbij in (laat ik maar zeggen) gebouw 1 studenten van het eerste jaar zaten, om dan in gebouw 2 van dezelfde opleidingen de studenten van jaar 2 te hebben en het derde gebouw de derdejaars studenten. Het is een private universiteit, die nog in handen is van de oprichters: de The Carmelites of Mary Immaculate (C.M.I.) een een Syro-Malaba-katholieke orde (de Syro-Malabar-Katholieke Kerk is de oerkerk van India (die zegt terug te gaan op de apostel Thomas en die met de kerk van Rome geaffilieerd is. Het is de eerste katholieke religieuze congregatie die in India is gesticht. Overigens officieel staat er op de borden overal: CHRIST (deemed to be an university) oftewel CHRIST (wordt beschouwd als universiteit). Ik vermoed dat dit met de privéstatus te maken heeft. Het is één van de topuniversiteiten van India.

Op een bankje voor een beeld van Maria heb ik nog even zitten praten met Amand. Binnenkort doet hij zijn eeuwige professie. Hij wil in het sociale werk. Op eens ging er mij een lichtje op. Sekar had verteld dat de (weinige) broeders die er voor kiezen om lekenbroeder (dus geen priester) te blijven filosofie studeren in plaats van theologie. Er was (Sekar parafraserend) nu in Bengaluru één broeder die aangegeven had lekenbroeder te willen blijven. Dat was dus Anand. Ik wist al dat hij afkomstig was uit de deelstaat Jharkhand (in het noordoosten van het hoofddeel van India, westelijk van Kolkata/Calcutta) - dat is de armste regio van India. Hij heeft één oudere broeder (hey, waar ken ik dat van? ;-) ) en die werkt op de boerderij van zijn ouders. Amand is 27. Het is maar goed dat hij dit niet kan lezen (Sekar... niet doorvertellen! ;-)) maar hij oogt veel jonger. Als je had gezegd hij is 18 of 19, dan had ik het ook geloofd.
We liepen weer verder en plotseling hield hij halt voor een klooster van de Montfortanen ("hier wonen de Montfortanen") en belde aan. Ik dacht... wat doet hij nou??? Maar we werden binnen gelaten en hij vroeg naar één van de bewoners. Na een tijdje verscheen een leeftijdsgenoot - Lucas. Het bleek een klasgenoot te zijn van Anand. We hebben eventjes in de hal gezeten, alle drie een beetje met ons mond vol tanden. Er kwam niet echt een gesprek op gang, helaas. Toen liet Lucas ons nog hun kapel (mooi, maar eenvoudig, met centraal het beeld van hun stichter Louis-Marie Grignion de Montfort en (veel groter) een beeld van Maria - logisch hun spiritualiteit is sterk marianisch).

Daarna wandelden we verder door enkele kleine straatjes. Op eens bood hij me wat te drinken aan. Op mijn "ik betaal" wilde hij per sé niet in gaan. Waarover ik me best schuldig voelde. Ik met m'n reguliere zakgeld en hij... hij krijgt hooguit soms iets toegestopt door mensen die vragen of hij hen wil zegenen. (Overigens is mij die vraag ook al een aantal keer gesteld. Ik diep dan telkens de Zegen van Clara op. Die vind ik erg mooi en ik kan me er geen bult aan vallen...). Gewapend met allebei een ijskoffie liepen we verder. We kwamen langs een sober, relatief nieuw flatgebouw. Anand vertelde dat dit een voormalige slum was. Ik had al begrepen dat 'de oplossing' die de staat biedt voor de slums is ze te ontruimen, op die plaats een simpel - kaal betonnen - appartementencomplex te bouwen en daar de ex-slum­bewoners. Er te huizen met een "zo, nu woon je niet meer in een slum, dus niet meer klagen". Tja. Leuk bedacht, maar nu zetten deze mensen met nog steeds geen nagel om hun gat te krabben met het hele gezin in een eenkamerwoning op het kale beton...

Om 18:30 uur waren we weer terug. Mooi op tijd voor het avondgebed (hij in de kapel van de Bonaventuracommuniteit en ik in die van de Thomascommuniteit). Ik nam afscheid van Anand met een omhelzing (een brassa zouden de Surinamers zeggen) die hij wat aarzelend beantwoordde. Tot slot zei ik hem dat we gauw nog eens moesten wandelen ("ja, leuk!") en dat ik dan op iets te drinken zou trakteren (met een verlegen glimlach tot gevolg).

De rest van de avond liep als gepland.

Dag 10 woensdag - Twee keer happy birthday
Ook woensdag dacht ik, deze dag verloopt volgens het plan zoals boven omschreven. Nou ja, ik hàd de afspraak staan om met fr. Baptist mee te gaan naar de mis bij de FMM-zusters. Maar... hij ging op de motor en was vergeten voor mij een helm mee te nemen, dus ging het helaas niet door. Maar daarna had ik dit idee. Niet dus. Ergens tijdens de dag spraken twee van de broederstudenten mij aan "Fr. John Sekar zegt dat je vandaag gaat verhuizen en wij moeten je helpen!" "euhm...?" Stond ik daar even met mijn mond vol tanden. Ik wist van niks. Dus ik zocht contact met Sekar. "Als je wilt kan dat inderdaad. Er is nu in onze vleugel een kamer vrij. Ga maar kijken of je dat wilt". Daarop vroeg ik: "welke kamer is het?" "Vraag maar aan br. Salvadore". En daar blijf het bij, want tot op moment van schrijven (ruim een dag later) heb ik de bewuste broeder (nota bene een van degene die mij aansprak!) niet meer gezien; zelfs niet bij het ontbijt van donderdag. Wel weet ik van alle planningen van de broederstudenten die er hangen dat hij de gastenbroeder van het hele complex (de drie communiteiten, dus) is. Kom op, collega! Duik eens op! Ik heb m'n spullen al gepakt...

's Avonds in het avondgebed, dat speciaal voor de gelegenheid door Baptist was gepersonaliseerd, vierden we de verjaardagen van fr. Xavier (de definitor die nog steeds hier logeert) en (met terugwerkende kracht) die van fr. Praveen (de minister-provinciaal). Het had wel wat, zo'n gepersonaliseerd avondgebed, maar het was ook rommelig. En ik kreeg een liederenboek in handen waaruit ik pagina 6 nodig had... en de eerste 6 pagina's waren er uitgescheurd...

Tijdens het - voor de gelegenheid - uitgebreide avondmaal werden de verjaardagen voortgezet. Bijzonder om mee te maken! Als toetje hadden we de verjaardagstaart. Die had een bijzondere smaak, maar ik kan het niet echt thuis brengen. De maaltijd draaide uit op een soort recreatie. Overigens zei de provinciaal dat ik qua doen, laten en spreken sprekend op mijn eigen provinciaal - Rob Hoogenboom, dus - leek. Ik weet niet Rob of dit voor jou nou een compliment of een belediging is ;-). Dus ik lag wat later in bed dan gebruikelijk.

Dag 11 - Rust nodig... net nu er schoolfeest is
Okra's of Lady fingers, doorgesneden een vijf-puntige ster
Ik dus wat minder uitgerust dan gebruikelijk op. Wat trouwens nog steeds relatief is... want: au; ik ben nog steeds niet gewend aan die harde bedden (metalen plaat, matras van 5 cm) hier. In de gaarkeuken liep het dus eventjes "mis". Na anderhalf uur (!) snijden van die sperzieboonachtige groente - waarvan ik nu weet dat ze Okra (of - en dat vind ik wat luguber: Lady Fingers) heten, kon ik even gaan zitten de gebruikelijke koekjes eten. Onder veel gelach van de medewerkers van de gaarkeuken meldde ik me nietsvermoedend een klein uurtje later weer.... ik was op de stoel in slaap gevallen. Oeps! Gelukkig was dit het kookuurtje waar ik toch niet zoveel kan betekenen, maar er was aardig wat hilariteit onder de medewerkers. Gelukkig kon ik gewoon nog met de potten sjouwen, zelf even eten en eten uitdelen!


Vlaggetjes voor de kerk... van cellofaan, dus schitteren dat ze doen!!!
Ik was na de dienst nog steeds wat duf en als ik één dag toe was aan een tukje was het vandaag wel. Helaas... de school van de broeders heeft schoolfeest. Het boemt en dendert hier dus van de muziek en de uitgelaten scholieren. Voor de kerk hebben ze trouwens allerlei vlaggetjes opgehangen... de een zegt dat ze voor het schoolfeest zijn, de tweede voor de vastenretraite rond 'in keer en boete doen' (wat ik een gekke combinatie vind, maar oké) en de derde zegt dat het ter voorbereiding is van de komst van twee relikwieën van St. Antonius van Padua die hier heen gaan komen over een paar dagen.

Vooralsnog loopt de rest van de dag rustig voor mij. Maar ssst... je kan nooit weten. Misschien duikt br. Salvadore zo nog op en is het in eens toch verhuistijd.

Het geeft me nog wel wat ruimte enkele zinnen te wijden aan de 'klanten' van de gaarkeuken. Net Zoals bij de Nederlandse voedselbank... er komt hier van alles: man, vrouw, jong, oud, christen, hindoe, moslim (er wordt nergens naar gevraagd - zoals het franciscanen betaamd), traditioneel gekleed, westers gekleed. Ik vind het soms schrijnend te zien hoe een vader of een moeder met een kleintje binnenkomt... kleutertjes soms nog of in de basisschoolleeftijd. Ze komen niet boven de balie uit. Zie je in eens een handje boven de rand uitsteken waar je een bord eten in moet stoppen. Dan kan ik wel janken! (Sterker nog de tranen rollen over mijn wangen als ik dit schrijf). Dat is toch eigenlijk ongehoord?!

Er zitten opvallend ook een hoop jongens (en enkele meiden) van rond de twintig tussen; enkelen hoog opgeleid... ze dachten het te gaan maken in de grote stad. Niet dus. Een vaste bezoeker is ook de priester van de Hindoetempel om de hoek. Het eten dat hij daar krijgt aangeboden kan (of mag? Dat is me niet helemaal duidelijk) hij niet eten. Natuurlijk is ook hij van harte welkom, dat staat buiten kijf. Maar stel je voor dat een Nederlandse pastoor of dominee om eten moest gaan bedelen bij een moskee/imam? Of andersom, de imam bij een kerk? Wij zouden dat nooit zover laten komen... ik snap het eerlijk gezegd niet helemaal... 80% is hier hindoe. Is er geen een die de priester een bordje eten kan toestoppen?

Ik zie trouwens best wat parallellen tussen het Frankrijk van begin negentiende eeuw uit Les Misèrables en het India van begin eenentwintigste eeuw...

PS Dit keer maar een schamel aantal foto's, sorry!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten