woensdag 28 februari 2018

Dag 14, 15 en 16 - Lamme armen, maar een goed gevoel



Het is weer hoog tijd voor een berichtje van mij vanuit India! Er is weer een boel gebeurd... en vele van jullie zullen daar al wat van op Facebook langs hebben zien komen

Dag 14 (maandag): Sint Antonius komt

Maandag was voor mij een rustige dag, die precies volgens de geplande dagorde verliep. Na mijn werk in The Bread Centre en mijn rustpauze ben ik gaan werken aan een artikeltje voor Katholiek.nl over in India zijn; over hoe de Indiase samenleving er uit ziet, wat de Franciscanen hier doen en hoe ik het ervaar. Juist ja, veel te veel onderwerpen voor één artikel dus, dus heb ik er met hoofdredacteur Willen-Jan gekozen om het te splitsen in twee artikelen.

Omdat ik zo hard aan het werk was, vergat ik helaas de tijd en zo miste ik de aankomst van de relikwieën van St. Antonius van Padua. Nu zijn die hier de komende dagen, dus ik zal ze vast te zien krijgen. Euh... niet dus...

Laatste vermeldenswaardige van deze dag. Het is dag 14... ik ben alweer op een derde van mijn reis. De tijd vliegt om!

Dag 15 (dinsdag): Sint Antonius wandelt rond?
Op dinsdagochtend dacht ik dat dit een dag zoals de vorige ging worden. Dat veranderde al toen ik de kerk in liep voor de Mis van 06:30 uur. Die zit normaal goed vol. En zeker op dinsdagen (St. Antoniusdag), maar vandaag puilde de kerk uit. O ja... de relikwieën. Fr. Praveen, de minister-provinciaal, deed vanaf het altaar verwoede pogingen de mensen de banken in te krijgen, met de belofte dat er nog genoeg tijd zou zijn om langs de relikwieën te gaan. Tijdens de mis was dat not done. "U weet toch hopelijk wel dat de H. Mis belangrijker is dan relikwieën?" Het duurde even voor de rij was opgelost en iedereen plaats had in de banken of de bijgezette plastic stoelen achterin.

De kerk was voor de gelegenheid even gesplitst. Daarvoor is het goed te weten dat de nieuwe kerk in een haakse hoek op de oude is gebouwd. Het oude gedeelte was afgezet en daarbinnen stond het ene relikwie. Dat is een versteend stuk vlees van Sint. Antonius. Het andere relikwie stond op het altaar en is een stukje bot. Dat zat in een reliekhouder, zoals ze er hier zelf ook één hebben: de priester houdt hem vast en de gelovige kan hem kussen (lapje erover en de volgende). Ter gelegenheid stond er nog een tweede St. Antoniusbeeld in de kerk.

Aan het einde van de Mis werd er aangekondigd dat het nu op geordende wijze mogelijk was langs de relikwieën te gaan. Dat zou beter geregeld worden dan het uitdelen van de communie het geval was geweest. Die was inderdaad redelijk chaotisch verlopen. Helaas was dit tegen dovemansoren gezet. Omdat ik (en vele van jullie met mij, denk ik) toch een wat andere devotie heb voor relikwieën (ik hoef ze niet te zoenen), dacht ik... gáuw naar buiten. Ik kom ze op een rustiger moment wel bekijken.

Ik wurmde mij dus door de drommen mensen heen naar buiten. En daar begon het...: 'Father, please bless me'. Ik dacht nog... ach, dat willen vast een stuk of 10 mensen, net als zondag. Euh, nee. Ik heb ze niet kunnen tellen maar 100 tot 150 moeten het zeker geweest zijn. In drommen stonden ze om mij heen en ik maar rondjes draaien van de één naar de ander en telkens als het rustiger leek te worden, hoefde ik me maar om te draaien om weer een groep voor me te hebben staan. Eerlijk gezegd, vond ik het vooral heel bijzonder om te doen. Al die mensen die op mij afkwamen en van mij de zegen wilde. Wie ben ik nou helemaal? Dat gewone, jochie, dat lekenbroedertje uit Nederland? Zowel jonge mensen als ouderen, zowel mannen als vrouwen, ouders met kinderen. Leeftijdsgenoten... wauw. Je zag aan de mensen dat het hen zichtbaar goed deed en dat gaf me een goed gevoel. Hoewel ik ook merkte dat dit boven mij uitsteeg. Ik voelde mij echt even Gods dienaar, zijn hulpje op aarde.

Na een minuut of 10 kwam een breed lachende provinciaal langs... Die lach betekende overduidelijk: "jij bent nog wel even zoet, broeder". En Ja, pas na een minuut of 25 was er niemand meer. Met snelle pas liep ik richting de communiteit om daar te ontdekken dat het ontbijt al was opgeruimd, maar er gelukkig in de hoofdrefter nog wat stond.

Daarna ben ik even gaan afkoelen (ik had ook nog eens aardig in de zon gestaan). Vervolgens ging ik weer aan de slag in the Bread Centre. Daar is dinsdag normaal altijd de drukste dag van de week, maar deze dag... was het nog drukker dan anders. En toen kwam er ook nog eens een dame - die ik nog niet gezien had - haar verjaardag vieren. Eerlijk gezegd vond ik dat weer wat dubbel. Zojuist hadden we weer "het is op" moeten verkopen aan de laatste bezoekers om daarna naar de keuken te lopen (waar de vrijwilligers eten) en middenin een feestje te vallen... met een hoop eten, waarvan "de broeder" ook nog moest proeven. Nou ja, proeven... ik werd compleet volgestopt. En dat terwijl ik al had gegeten. Maar vooruit. Buiten gekomen wist ik niet wat ik zag... zóveel mensen. Hemeltje lief...


De rij 's middags... het is nog wel 100 meter naar 't relikwie...

Ik had voor mijzelf besloten van de dinsdagmiddag een rustige dag te maken. Na het rusten en het theedrinken, wilde ik beginnen aan het tweede boek dat ik had meegenomen uit Megen (De geschiedenis van de steen en de fluit en dat is nog niet alles... van de Duitser Hans Bemmann). Het is een roman in een fantasy middeleeuwse wereld. Precies mijn lievelingsgenre. Maar goed. Ik zat er nog maar net toen de eerste broeder in pij al voorbij kwam: "de aartsbisschop komt". En
Door het parochiecentrum loopt de rij; waterflessen staan klaar.
toen de tweede. En toen de derde. Dat was Sekar. Toen bedacht ik me... volgens mij is dat een stille hint. Dus snelde ik naar mijn kamer, trok mijn pij aan en ging naar buiten. Daar dacht ik even dat half India op het kerkplein stond. Mijn God! Wat een mensen.

Het afgeschermde deel van de kerk is stampvol...
Het is inmiddels avond. De rij slingert over het kerkplein...

De kerk, noch de aartsbisschop, noch de relikwieën heb ik bereikt. Want... net als vanochtend (en dat bedoel ik niet verkeerd!) kwamen de mensen als vliegen op een pot stroop op mij af. "Please, father, bless me!" Dus wederom begon ik de zegen van Clara uit te spreken over hen allemaal: van baby, peuter en kleuter tot de ouderen en zelfs enkele zusters. Vanochtend hadden een aantal mensen mij tijdens (of direct na) het zegenen al bij de uiteinden van de mouwen van mijn pijen gepakt. Nu gingen ze nog eventjes verder. Ze grepen of raakten mijn pij aan, pakten mijn koord vast en er knielde zelfs iemand om mijn voeten aan te raken. En in eens vroegen mensen (met een fles wijwater in de hand; een

fles zoals ze hier altijd gebruiken door hem een zwieper te geven komt er wijwater uit) of ik hun auto wilde zegenen. Toen dacht ik. Ai. Ga ik nou weer op
het randje? Maar... de vrijwilligers van

the Bread Centre zegenen ook elke dag het eten, de vrijwilligers en de bezoekers met wijwater. Dus... oké dan. "Op voorspraak van de Hl. Christoffel zegen ik deze auto, zodat ze jullie altijd veilig onderweg mogen zijn en hij jullie
weer veilig thuis mag brengen. In de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest." Zoiets heb ik gezegd. Ik weet het niet eens precies meer. Ondertussen vroegen er een aantal mensen of ik voor hun kinderen wilde bidden of hen "op afstand" wilde zegenen omdat ze ziek thuis waren. Ja, natuurlijk... Clara vindt het vast niet erg als ik in haar zegen and your son/daughter [Name] and give them good health opneem. Af en toe moest ik oven een huilend kindje troosten ("there is no need to cry...") - wat me wonder boven wonder nog lukte ook; spontaan hielden ze op te huilen... Ik heb er zo denk ik - met misschien twee of drie keer een minuutje rust - anderhalf uur gestaan. Ai... mijn armen. Ik moet minstens 500 mensen gezegend hebben!
Een lange rij (met dank aan Sekar voor de foto!)


Nieuw voor mem maar bijzonder om te doen.... zegenen (met dank aan Sekar voor de foto!)
Het was inmiddels 20:10 uur. Ai. Avondgebed gemist en het avondeten was ook al tien minuten aan de gang. Op eens stond er even niemand meer. Dus als een haasje liep ik richting de voordeur. Snel doorstappend kwam ik bij de refter. Niemand. En geen eten. Gelukkig zal ik br. Tommy (de econoom van de provincie en de lekenbroeder; vandaar dat ik hem nog maar eens polsde...) voor de tv zitten. "Het eten moet nog komen!" "En ik dacht al dat ik te laat zou zijn!" Tommy begon te lachen: "ik heb je bezig gezien. Je zult wel lamme armen hebben!" "Ja, omdat ik het niet gewend ben." We spraken er even over. Inmiddels was het eten gebracht en waren we begonnen. Volgens Tommy maakt het de mensen hier echt niet uit of je broeder of pater bent. De pij is ze genoeg. Hij gaf me wel de tip: zegen de volgende keer gewoon de hele groep in één keer. Vinden ze prima. Ben jij zo klaar. Maar dat weet ik niet. Nu kon ik toch echt even een momentje - als het maar een seconde of 4 á 5 - voor iedereen hebben.

Inmiddels kwamen de anderen - die in de Mis van de aartsbisschop hadden gezeten - binnen. Ze hadden me allemaal bezig gezien. Ja, de zegen van een buitenlandse franciscaan... die willen de mensen wel. Op eens maakte er één de grap: "misschien dachten de mensen wel dat jij St. Antonius zelf was, die er rondliep". Nou... door al die aanrakingen, kon ik me dat nog voorstellen ook.... maar ik denk ook dat de zegen van Clara (De Heer zij altijd met u en moge Hij geven dat u altijd met Hem zijt! ) voor de mensen ook nieuw is. Ik begreep dat ze de kerk om 21:30 uur hadden willen sluiten. Maar... dat zou met geen mogelijkheid gekund hebben... zo'n lange rij stond er nog... Overigens hadden ze veel mensen verwacht, maar dit oversteeg ieders verwachtingen...

Er stroomde water uit de Mariagrot.
Op weg naar mijn kamer kwam ik br. Anand tegen "kom nog even mee naar buiten". "Oh, nee... dan ben ik zo weer een uur verder" (Met alle respect: als het was gebeurd had ik het met liefde gedaan). Hij haalde me toch over. Er wilde nog 4 á 5 mensen de zegen. "Zolang je loopt komen ze niet", aldus Anand. En ja, dat klopte. Anand zei (net als nog meer broedersstudenten) dat hij me gezien had en foto's had gemaakt. Ik had daar echt niks van gemerkt. Vind ik eigenlijk wel goed, ik heb echt mijn aandacht bij de mensen gehouden... We zijn maar kort buiten geweest: zo interessant is een enorme rij wachtende mensen nou ook weer niet.

Toen ben ik moe, maar voldaan naar mijn kamer gegaan. Eén ding van deze dag heb ik echter nog niet verteld. De ene naar de andere broeder loopt hier rond met kiespijn. En even dacht ik... oh, nee... ik ben ook aan de beurt. Gelukkig kwam ik er achter dat het mijn bekende kwaaltje is: tandvleesontsteking. Minder erg, maar ook pijnlijk. Getsiederrie! Ben ik net weer goed op de rit... nou dit weer.
Dus voor ik in bed kroop (met twee paracetamollen) nog even een appje aan Sekar: kunnen we morgen even een fles mondspoeling gaan halen bij de apotheek? Voor het

Dag 16: (woensdag) St. Antonius trekt half katholiek Bengaluru en ik heb mondwater
Woensdag (vandaag dus) begon prima. Blijkbaar werkt paracetamol hier beter dan in India. Ik had geen pijn meer...; het werd pas tegen 14:30 uur vanmiddag weer 'gevoelig'. Terwijl ik naar de kerk liep (op flinke pas...😉) sprak een broeder me aan, waarom ik niet naar de Eucharistie was van de broedersstudenten... hun magister (fr. Amaladass) was jarig... Tja... moet ik dat ruiken of zo? (dacht ik). Maar nu was ik te laat, maar dan wist ik het vast voor bij het ontbijt. Dus zowel in de gang als na het zingen in de refter heb ik hem gefeliciteerd (de eerste keer in 't Engels, de tweede keer - wat hij zichtbaar leuk vond - in het Nederlands). Er was verjaardagstaart. En dat was maar goed ook, want er was iets mis met het ontbijt (het was er niet). Dus het duurde even voor er ontbijt kwam. In plaats van de witte rijst met curry (ja, drie keer per dag warm!), hadden ze een pak instant noodles opengetrokken. Het voordeel was wel: niemand had zijn mondvol, dus konden wat gemakkelijker kletsen. Eén van de priesterstudenten wil Duits leren, want hij wil wel uitgezonden worden naar Duitsland (ik heb ze verteld dat ik Duitse les heb gegeven), dus hij wilde wel oefenen. Euh... nou, ik heb een beter voorstel: leer Nederlands :-D. Dat vonden ze wel wat voor Anand. "Als jij provinciaal wordt, dan stuur je maar een uitnodiging!" "Dat zit er voorlopig nog niet in, hè, lekenbroeders kunnen geen provinciaal worden..., maar ook als niet provinciaal kan ik je uitnodigen!" We hadden het er even over dat er plannen zijn (of beter: dat we paus na paus het verzoek hebben gedaan en dat paus Franciscus de eerste was die erover na wilde denken) het te veranderen. Een goed idee, was de algemene mening. Dat viel we weer mee.

Wat me trouwens ook meeviel (even teruggrijpend op de avondmaaltijd van dinsdag): het artikel van kardinaal Sarah dat "handcommunie des duivels is" kwam hier ook ter sprake. Hoewel mondcommunie hier de gewoonte is (op zondag wordt zelfs gezegd dat het zo moet; maar vanochtend zag ik een zuster communie in de hand ontvangen...), reageerden ze er erg hoofdschuddend op. Blijkbaar hebben ze toch niets tegen handcommunie. Maar goed. Ik houd me aan de lokale gebruiken. Ze hekelde trouwens ook de hele verkoopkraam die de minderbroeders conventuelen hadden meegenomen ("ze maken er te veel business van").

Ik had nog niet de voorkant van The Bread centre laten zien
Terug naar woensdag. Ik heb voor ik naar The Bread Centre ging een tweede poging gedaan in mijn boek te lezen. Ondertussen sprak ik met Sekar af dat hij me in The Bread Centre zou ophalen om naar de apotheek te gaan. Helaas liep het in The Bread Centre was uit. Want... de vrijwilligers die helpen eten uitdelen gaan altijd naar de mis van 12:00 uur (de Engelse mis), vanwege de aanwezigheid van de relikwieën is de planning anders en nu was de mis in het Kannada (de officiële taal van Karnataka, de deelstaat waar Bengaluru de hoofdstad van is) en de provinciaal ging voor. Hij brak zijn preekrecord: zijn preek duurde 45 minuten. Daardoor waren onze vrijwilligers laat. Volgens hen was de helft van de kerk in slaap gevallen 😉. Vandaag zijn er weer een heleboel mensen; maar het 'gekkenhuis' van gisteren is het niet...

Maar Sekar moest dus even wachten tot de piek er uit was en ik (iets eerder dan gebruikelijk) er vandoor kon. We gingen naar de apotheek, die op 5 minuten lopen bleek te zitten.  Het is een uitgiftepunt alsof het een doodnormale winkel is. Je komt er niet binnen, zoals bij ons het geval is. Ze hadden met mondwater met chlorhexidine die zocht (pfoe!) alleen zijn de flesjes hier kleiner. Dat mag ook wel. Thuisgekomen bleek de inhoud namelijk sterker dan bij ons. Ik merk al meteen resultaat...! Ik was trouwens bang dat het een godsvermogen hier zou kosten. Sekar stond er op te betalen (😒) en bij thuiskomst zag ik dat het slechts 91 rupees oftewel €1,44 was... omgerekend naar de grootte van de Nederlandse flessen zou zo'n fles hier €4,80 kosten. Nou... daarvoor krijg je hem echt niet mee hoor, bij de apotheek.

Na het rusten was het weer blog- en theetijd, dus ook dit keer heb ik met dit blogbericht de tijd weer ingehaald.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten